HENRI DE VRIES
Acteur
Rotterdam, 8 augustus 1864 – Amsterdam, 31 januari 1949
Henri de Vries was een zoon van Louis Moor en Sophie de Vries. Na een onvoltooide opleiding
aan de Toneelschool in Amsterdam kwam hij bij het gezelschap Van Ollefen, Moor & Veltman
in de Stadsschouwburg terecht. Hij speelde achtereenvolgens bij het Hollandsch Tooneel-
gezelschap onder leiding van Van Lier, Le Gras & Haspels in Rotterdam en de KVHNT, waar hij
vele grote en kleine rollen vertolkte in het melodramatische repertoire van de jaren tachtig.
Met zijn kolossale lichaam en karakteristieke beweeglijke gezicht had hij zich geliefd gemaakt
bij een groot publiek. Later werd hij geëngageerd voor de Nederlandsche Tooneelvereeniging
van Heijermans. De Vries vertolkte als eerste acteur veelal de hoofdrollen in diens toneelstukken.
Speciaal voor hem schreef Heijermans het toneelstuk Brand in de Jonge Jan, een eenakter met
zes rollen. De Vries moest in dit stuk razendsnel van het ene naar het andere personage transfor-
meren, wat hem meesterlijk lukte. Jaar in jaar uit behaalde hij door heel Europa grote successen
met dit zogenoemde ‘jongejannen’- een termdie sindsdien is blijven bestaan.In Engeland, waar
het toneelstuk A case of arson respectievelijk The factory fire heette , huwde hij de actrice Dorothy
Drake, waarna hij nog maar sporadisch in Nederland optrad. Tot een ieders grote spijt verloor
Nederland hiermee een van zijn beste karakterspelers. Heijermans heeft hem nog proberen terug
te lokken , toen hij in 1903 het toneelstuk Schakels schreef, waarin de hoofdrol Pancras de Duif
voor De Vries bestemd was. Maar De Vries bleef in Engeland, waar hij als ‘transformatiekunstenaar’
in de music-hall het grote geld verdiende. De rol Pancras Duif ging naar Bouwmeester. In een
van zijn ‘Falklandjes’ betuigde Heijermans hierover zijn spijt. “Henri, keer terug, tot uw diep-
bedroefde familie. Ge staat in een verkeerd teken. Keer terug! Henri. Henri de Vries….(…..)
Ik heb een man, een begaafde in de opkomst van zijn talent verjongejand, zijn voelen verjongejand,
zijn denken verjongejand, zijn belangstelling voor kunst verjongejand, zijn toekomst verjongejand.
Het maakt mij down. Het drukt me als een niet te dragen ballast. Henri, keer terug!” ( Liesbeth van Stekelenburg)