opschrift linksboven op de doek, op een linnen bandje: C. Blankenburg: naam van borduurster
schenking 1968-11
inv.nr. KA 22364.4 in depot
Vervaardigd te Amsterdam op de Industrieschool voor Vrouwelijke Jeugd
Lap van wit stramienkatoen en rood en blauw borduurgaren, onderverdeeld in 49 vierkantenb met verschillende soorten stoppen en doorstoppen. Links boven linnen bandje, in rode kruissteek: C. Blankenburg.
Erna Catharina Blankenburg, wordt op 16 mei 1882 in het Duitse Detmold geboren. Ze is de dochter van de uit Duschhof (D) afkomstige Carl Albert Augustus Blankenburg (1842-ná 1935) en de Berlijnse Auguste Hermine Mathilde Stempel (1848-1935). Erna heeft ten minste twee zussen en een broer. Het exacte aantal kinderen is niet bekend. Na verloop van tijd verhuist het gezin naar Nederland. Erna is dan hoogstwaarschijnlijk nog jong. Ze gaat naar de Industrieschool voor Vrouwelijke Jeugd in Amsterdam, waar ze leert handwerken. Daarna gaat ze zelf het onderwijs in. Eerst als onderwijzeres, waarna ze op 1 januari 1915 hoofd van een voorbereidende school wordt. Ze verliest haar hart aan Joseph Michaël Antonius Leliveld, een handelsagent uit het Brabantse Zundert (1873-ná 1928). Op 17 juli 1928 trouwen ze in Amsterdam. Voor Joseph is het zijn tweede huwelijk. Op 16 juni 1928 scheidt hij van Josephina Maria van der Ploeg, met wie hij één, in 1900 geboren, zoon heeft. Het bruidspaar is van middelbare leeftijd, het huwelijk van Erna en Joseph blijft kinderloos. Op 26 januari 1972 overlijdt Erna in Blaricum. Ze wordt begraven op De Nieuwe Ooster in Amsterdam. Erna’s vijf proeven van handvaardigheid, heeft het museum eerder al uit handen van Erna zelf ontvangen.
Erna heeft grootste plannen met deze stoplap gehad. Ze heeft haar doek met rijgsteekjes in maar liefst 49 vierkanten van zeven centimeter onderverdeeld, vakjes die Erna hebben uitgedaagd evenzoveel stoppen en doorstoppen te maken. Uiteindelijk zijn er 32 vakjes gevuld met kruis-, vlinder- en winkelhaak- en doorstoppen in rood en blauw. Tussen deze stoppen bevindt zich één inzetstop, geheel in lichtblauw uitgevoerd. Daartoe wordt een stukje stof uit een doek geknipt, dat met vier sneestoppen weer terug wordt gezet. Vervolgens slaat Erna elf vakjes over om te eindigen met vier randstoppen en twee hoekstoppen aan de onderzijde. Het zijn de moeilijkste stoppen om uit te voeren, omdat de borduurster geen houvast heeft aan de stof. Mogelijk heeft Erna deze stoppen bewaard totdat ze alle andere stoppen in haar vingers had, om haar doek ermee af te sluiten. Zeker is het niet, omdat door het ontbreken van tekst, de leesrichting van de doek moeilijk te bepalen is.
(Suzette van 't Hof)