Dit is één van de drie doeken van een achttiende-eeuwse borduurster die de initialen EB draagt (KA 1024, KA 1028 en KA 1029). Haar werk is van hoge kwaliteit. Des te spijtiger is het dat haar naam onbekend is gebleven. Deze doek uit 1792 laat zien dat het jonge meisje zeer bedreven is in het doorstopwerk. Ze werkte heel secuur met zijden garen op katoen met een ingesponnen linneneffect in de stofdraad. Het is een klein werkje, dat slechts 15,5 bij 21 cm meet. Door de vele kleuren en technieken is het een lust voor het oog. De ‘leesrichting’ loopt naar alle waarschijnlijkheid in drie kolommen van boven naar beneden. Voor haar initialen aan de rechterzijde heeft ze de kastjessteek gebruikt, voor het jaartal enkel kruissteekjes. (Suzette van 't Hof)