Twee-delige crinolinejapon bestaande uit rok met ophaalsysteem en lijfje. Sportieve blauwe effen wollen ripsstof, bezet met strookjes en garnering van smalle witte biezen. Het lijfje heeft lange, gebogen mouwen bestaande uit twee delen, sluiting middenvoor met stof overtrokken knopen. Het lijfje loopt uit in punten, met aangeknipte schoot en op de achterzijde ronde rugnaden.
De rok is gerend aan de voorzijde, en heeft stolpplooien aan de achterzijde, passend in de crinolinemode. Aan de onderzijde een verstevigde stootband. In de rok zit een ophaalsysteem waarmee de rok geschikt werd om te wandelen. De tailleband, die later naar beneden is gezet, loopt te laag waardoor de knoop verdwijnt waarmee de lus verdwijnt die het ophaalsysteem aantrekt.
Het is gebruikelijk japonnen te vermaken om aan te passen aan de mode. Ook worden japonnen in latere periodes aangepast voor verkleedfeesten en maskerades. Deze japon is origineel maar vermaakt.
In de tweede helft van de 19de eeuw kregen vrouwen meer bewegingsvrijheid. Ze gingen bijvoorbeeld uit wandelen en winkelen. Deze wollen japon in modieus blauw uit ca. 1865 was - vergeleken met de voorgaande periode - comfortabeler. De japon kon gedragen worden tijdens een wandeling of een picknick. ( Annemarie den Dekker)
Amsterdam Museum
Onderzoek naar en fotografie van de 18e- en 19e-eeuwse kostuums van het Amsterdam Museum zijn mede mogelijk gemaakt door financiële steun van het Barbas- Van der Klaauw Fonds, het Netty van Doorn Fonds en het Prins Bernhard Cultuurfonds