stempel aan de binnenkant van de tailleband: Haute nouveauté B.F. Breveté. Jupon double form pur: la Ville / le Calon.
schenking
inv.nr. KA 1131 in depot
Dubbele crinoline bestaande uit een ronde crinoline en een extra deel dat aan de achterkant kan worden vastgeknoopt waardoor een uitlopend, naar achterstaand silhouet wordt verkegen. De eerste crinoline is rond van vorm, verkregen door vijftien metalen hoepels, horizontaal steeds wijder uitlopend. De hoepels zijn geschoven in gestikte tunnels in de katoenen onderrok. Op de zijnaden van taille tot zoom een dubbele rij van zestien witte glasknoopjes. Het aanzetstuk is wijd uitstaand, verkregen door veertien metalen hoepels langs de zijkant zestien knoopsgaten, nodig als bevestiging aan de eerste crinoline. Met blauwe inkt aan de binnenkant van de tailleband een stempel: Haute nouveauté B.F. Breveté. Jupon double form pur: la Ville / le Calon.
Herkomst
Herkomst onbekend, mogelijk verworven ten behoeve van de Sophia Augusta Stichting, ca. 1895-1920
Vanaf 1830 zijn wijde rokken in de mode. Hiervoor dragen vrouwen vele onderrokken. Een oplossing om de zware stoffenvracht te dragen is de uitvinding van de hoepelrok in 1856 (crinoline), met metalen hoepels. Deze latere crinoline uit ca. 1865 heeft en omvang van maar liefst 3,5 meter! ( Annemarie den Dekker)
Rijk gekleed 2005
Als in 1856 de hoepelrok zijn intrede doet, kan met minder gewicht een veel groter volume van de rok worden bereikt. Deze hoepelrok wordt ook crinoline genoemd, net als de eerdere onderrok van paardenhaar (crin). De lila kleurige crinoline is een vroege hoepelrok uit circa 1858. De hoepels zijn met koperen plaatjes gesloten. Voor de vroege hoepelrokken is de koepelvorm kenmerkend. Een tweede kooicrinoline uit de verzameling (circa 1858, niet afgebeeld) heeft hoepels die verstelbaar zijn. Het getoonde exemplaar is niet verstelbaar, maar na 1860 aan een latere mode aangepast. Daar waar de bevestigingsplaatjes zitten zijn de oorspronkelijk ronde hoepels ingeschoven, zodat de voorzijde is afgeplat. Het model sluit nu aan op het model rokken na 1860: rokken zijn dan aan voor en zijkanten platter en het accent ligt meer op de billen. Deze crinoline is lange tijd meegegaan, ook in de tijd dat de koepelvorm van de rok uit het modebeeld is verdwenen.
Een andere crinoline uit de collectie toont een later model uit circa 1865. De schuin aflopende lijn legt het accent op de achterzijde. Grote slepen maken het nodig om twee verschillende crinolines te bezitten: een kleine ronde voor wandel- en reiskleding en een uitlopende, meer naar achter staande voor onder de avond- en balkleding. Dit dubbele exemplaar bestaat uit een ronde crinoline (voor overdag) en een extra deel dat aan de crinoline vastgeknoopt kan worden (voor avondkleding). De crinoline met aanzetstuk heeft een omvang van maar liefst 3,5 meter. Na 1866 verdwijnen de grote slepen in de japonnen. ( Annemarie den Dekker)
Deze Franse crinoline is heel bijzonder. Het stempel aan de voorzijde luidt: Haute Nouveauté B.F. Breveté - Jupon Double Forme pour le Ville et le Salon. Het ontwerp is heel geraffineerd en ingenieus. Het model bestaat uit een crinoline met een klein sleepje in een bescheiden omvang. De losse, lange sleep is in twee standen aan de zijkanten van de crinoline op de rijen kleine witte glazen knoopjes te bevestigen. In feite had de eigenares van deze hoepelrok dus drie modellen in één.
De tailleband is aan de voorzijde in een V-vorm geknipt. Dit was gebruikelijk om de tailleband van de crinoline onder de korsethaak te bevestigen. Hierdoor bleef de hoepelrok aan de voorzijde goed laag zitten en kon hij niet verschuiven, want het was van groot belang dat de lange sleep aan de achterzijde goed bleef uitstaan. Hierdoor bleef de lange sleep aan de feest- en baljaponnen goed ondersteund.
De omvang - zoomwijdte - van deze crinoline is vrij extreem. Inclusief de extra sleep meet de zoomwijdte 340 cm. Hierdoor kunnen we de rok dateren omstreeks 1865. Zonder extra sleep bedraagt de onderwijdte nog steeds ruim 270 cm.
De vrouw droeg de kleine crinoline met sleep in huis, en mogelijk ook op straat. De losse sleep knoopte zij op de rok voor onder feest- en balkleding. Deze japonnen hadden de langste slepen, die overigens niet over de grond mochten slepen. Modeprenten uit deze tijd laten zien hoe wijde crinolines de lange sleep correct ondersteunden.
Deze crinoline is nog volledig op de hand genaaid. Dat is heel bijzonder omdat gedurende de jaren zestig steeds meer goed werkende naaimachines op de markt kwamen. De tournureonderrok uit 1874 is echter ook nog volledig op de hand vervaardigd.
Mevrouw Sophia Augusta Lopez Suasso-de Bruijn (1816-1890) schonk deze rok en veel andere textilia in 1890 aan het museum. De vormgevende onderkleding uit haar bezit is van een zeer hoge kwaliteit. Mogelijk heeft zij deze crinoline zelf gedragen. Zij was toen 49 jaar oud. ( Judith van Amelsvoort)
Amsterdam Museum
Onderzoek naar en fotografie van de 18e- en 19e-eeuwse kostuums van het Amsterdam Museum zijn mede mogelijk gemaakt door financiële steun van het Barbas- Van der Klaauw Fonds, het Netty van Doorn Fonds en het Prins Bernhard Cultuurfonds