Paar bruine wollen rijglaarzen, met zwarte leren neus, rijgsluiting met veters aan de binnenzijde en een leren zool.
Langs de zool is een hele lage hak gezet. De laarzen passen in de periode 1830-1845 door de vierkante neuzen.
Er is geen onderscheid tussen links en rechts. Aan de slijtage op de zolen is te zien dat de schoenen gedragen zijn, en dat de schoen langer was dan de voet. Het was modieus om lange en slanke voeten te hebben, schoenen werden langer gemaakt dan nodig was. De loze ruimte in de neus neus werd opgevuld.
Onderzoek naar en fotografie van de 18e- en 19e-eeuwse kostuums van het Amsterdam Museum zijn mede mogelijk gemaakt door financiële steun van het Barbas- Van der Klaauw Fonds, het Netty van Doorn Fonds en het Prins Bernhard Cultuurfonds.