Op de kelk het opschrift: T'.WELVAAREN.VAN DE TUCHT=HUYS MOOLEN./. De tuchthuismolen werd in 1656 gebouwd en stond aan de Overtoom bij de Kostverlorenvaart. Naast de molen is de pleziertuin met de koepel waar de regenten zich aan het water konden verpozen.
De windvaan op de koepel met twee tuchtelingen die een stuk hardhout raspen, bevindt zich in het Amsterdams Historisch Museum. De molen was eigendom van het Rasp- of Mannentuchthuis aan de Heiligeweg. De gevangenen van deze strafinrichting moesten tropisch hardhout raspen, dat als grondstof diende voor de verfindustrie. Het Rasphuis bezat diverse molens waar het geraspte verfhout verder werd verwerkt. De houten voet is een latere vervanging van de oorspronkelijke glazen voet, vermoedelijk negentiende eeuws. ( Annemarie den Dekker)
Catalogus glas AHM 1998
De op het glas afgebeelde tuchthuismolen werd in 1656 gebouwd en stond aan de Overtoom bij de Kostverlorenvaart. Naast de molen is de pleziertuin met de koepel waar de regenten zich aan het water konden verpozen. De windvaan op de koepel, voorstellend twee tuchtelingen die een stuk hardhout raspen, bevindt zich in het Amsterdams Historisch Museum (inv.nr KA 15736). De molen was eigendom van het Rasp- of Mannentuchthuis aan de Heiligeweg. De gevangenen van deze strafinrichting moesten tropisch hardhout raspen, dat als grondstof diende voor de verfindustrie. Het Rasphuis bezat diverse molens waar het geraspte verfhout verder werd verwerkt. ( Bert Vreeken)