opschrift linksboven, in bloemenkrans: AS: vermoedelijk initialen van vader (of moeder) van borduurster
de ruimte tussen de initialen laat een derde letter toe
schenking 1969-02-20
inv.nr. KA 14169.1 in depot
onvoltooide borduurlap, mogelijk merklap (met initialen)
De doek uit de tweede helft van de achttiende eeuw is niet voltooid. Hoewel er een aanzet gedaan is tot initialen, in de krans van rozen aan de bovenzijde, links van de middenas, blijven de borduurster en de herkomst van de doek onbekend. Mogelijk moet die herkomst gezocht worden in een christelijk milieu. De mystieke wijnpers, het motiefje onder de linker krans is daar een aanwijzing voor. Augustinus (354-430), één van de vier kerkvaders, vergelijkt Christus met een tros druiven uit het Beloofde Land. Hij beroept zich op twee passages uit het Oude Testament. In het boek Numeri worden verspieders vooruitgestuurd om het land Kanaän te verkennen. Zij keren terug met een tros druiven aan een draagstok. (Numeri 13:17-27) In Jesaja wordt beschreven hoe een zich wrekende God de onderdrukkers van het Joodse volk vertreedt in de wijnpers van zijn toorn. (Jesaja, 63:1-6) De late Middeleeuwen hebben hieruit het motief van Christus in de Mystieke Wijnpers afgeleid. Slechts in een lendendoek gekleed, getooid met de doornenkroon en met de vijf wondentekenen, plet Christus druiven in een trog. Hij wordt daarbij zelf door de balk van de wijnpers, als ware hij de tros druiven van Augustinus, mee geperst. Het bloed dat uit zijn wonden stroomt vermengt zich met het sap van de druiven en wordt opgevangen in één of meerdere kelken. Deze voorstelling is een verwijzing naar de Eucharistie. Op voornamelijk Noord-Hollandse merklappen wordt een vereenvoudigde vorm van de wijnpers aangetroffen. Deze vorm bestaat uit twee stijlen met twee dwarsbalken, soms gelijkend op een hoofdletter H, waartussen een groot hart is gevat. Op deze doek is het hart omringd door de doornenkroon van Christus. Boven het hart bevindt zich een vogel, die met een schroef de pers aandraait. De zes vogels om de pers heen verbeelden vermoedelijk het opstijgen van de ziel. Het zal geen toeval zijn dat de doek, die 48 bij 48 cm meet, een rand van volle blauwe en aan de onderzijde, witte druiventrossen heeft. Deze druiven zijn eveneens een verwijzing naar de wijn, die tijdens de Eucharistie, na het uitspreken van de instellingswoorden, het bloed van Christus wordt. Het jonge meisje koos voor zijden garen op een ondergrond van gaas. (Suzette van 't Hof)