belastingteken op het vorkje: zwijnskop
: zwijnskop staat voor periode 1831 – 1893
gehalteteken op oog koker: bijltje
: bijltje staat voor periode 1853-1927
legaat 1890-03-12
inv.nr. KA 3887.3 in depot
Naaldenkoker: ronde conische koker met dubbele ketting en vier ogen waarvan twee aan het deksel, onderzijde eindigend in een gedraaide knop, inhoud een vleesvork?
Rijke vrouwen hadden vroeger een zilveren tuigje waaraan kettingen met diverse gebruiksvoorwerpen hingen. In een tijd dat er nog
nauwelijks zakken in kleding zaten was het dragen ervan essentieel. Het waren attributen waar een vrouw in het dagelijks leven niet zonder kon zoals naaigerei, sleutels, beursje of een beugeltas. Dit uit verschillende onderdelen samengestelde miniatuur tuigje bestaat uit een gordelhaak waaraan een bestekkoker met mes en tweetandige vork, een naaldenkoker en een schaartje hangen. ( Bert Vreeken)