Bouilloire op komfoor (bouilloire), 1786
toegeschreven aan Dirk Evert Grave (goud- en zilversmid)
Amsterdam
zilver, hout (ebben)
hoogte: 24.5 cm; breedte: 19.6 cm; diameter: 16 cm; gewicht (bruto): 988 gr;
jaarletter onderzijde bouilloire: B: jaarletter B
: jaarletter B= 1786
meesterteken? onderzijde bouilloire/onderzijde deksel: aambeeld
: bron: Citroen 1975, nr. 1220/toegeschreven aan Dirk Evert Grave (1735 [1765] -1795)
belastingteken voet bouilloire: L: belastingteken met letter L
: L staat voor Amsterdam, 1795
herkeuringsteken aanzet hengsel: O: herkeuringsteken met gekroonde letter O
: O staat voor 1807
belastingteken dekselrand/hengsel (2x): I: belastingteken met letter I
: I staat voor periode 1906-1953
stadskeur onderzijde bouilloire: stadskeur Amsterdam met stadswapen Amsterdam
gehalteteken onderzijde bouilloire/onderzijde deksel: Hollandse leeuw
aankoop 1986-03-15
inv.nr. KA 18143.1
in depot
Ketel met bolvormig lichaam op standring. S-vormige tuit met cannelures en vierkante kraag, de zijden met een rozet. Parellijst rond schenktuit en aanzet. Hoekig gebogen hengsel met cannelures en rozet en ebbenhouten greep. Aanzet hengsel met een gegoten rozet en parellijst. Plat deksel met ronde ebbenhouten knop. Parellijst rond deksel en hals ketel.
Herkomst
Kunsthandel Smelik & Stokking, Den Haag, 1986
Trefwoorden
bouilloire, Rotterdam, Jan Smit, Marthinus Logerath, Museum Boijmans Van Beuningen, Elbertus Verlee
edele metalencollectie
Zie ook
- KA 18143.2 / Bouilloire op komfoor (komfoor)
- KA 18143.3 / Bouilloire op komfoor (brander)
- KA 18143.1/3 / Bouilloire op komfoor
Catalogus zilver AHM 2003
Dit model bouilloire is aan het eind van de achttiende eeuw in een aantal varianten door verschillende zilversmeden vervaardigd. In de kunsthandel bevonden zich twee aan Jan Smit toegeschreven exemplaren uit 1781, die thans wellicht ook aan Dirk Evert Grave kunnen worden toegeschreven (Beeling 1979, p. 240-241; Christie's 1993, p. 83 nr. 842).
Museum Boijmans Van Beuningen te Rotterdam bezit een losse waterketel uit 1784, toegeschreven aan Marthinus Logerath (Ter Molen 1994, p. 234-235 nr. 106a). Een met dit Rotterdamse voorbeeld vrijwel identiek exemplaar uit 1784, toegeschreven aan Elbertus Verlee is afgebeeld in: Duyvené de Wit-Klinkhamer/Gans 1958, afb. 126. ( Bert Vreeken)
Amsterdam Museum
