Stoplap van Theodora Hulst, 1925 - 1935
Theodora Hulst (1918-02-27) (borduurster)
Amsterdam
DMC-borduurzijde, zijde, katoen
hoogte: 54 cm; breedte: 54.5 cm;
opschrift in het middenkader: DIA / Weeshuis: Weeshuis van de Nederduitsch Hervormde Diaconie
opschrift in zwikken aan de buitenkant van middenkader, kloksgewijs: onbekend: weeshuismoeders, regentessen
opschrift links van middenkader: WKP: onbekend
: WKP komt ook op soortgelijke doeken uit zelfde periode voor, vermoedelijk personeel
opschrift onder en boven de initialen van de moeders, kloksgewijs: AMGG / FCAHG / AvZ / FH: AvZ: Johanna van Zaanen, moeder van borduurster (?)
JH: Johannes Verhulst, vader van borduurster
opschrift aan onderkant van middenkader: T Hulst: naam van borduurster
bruikleen 1981-06-19
inv.nr. KB 1680
in depot
Vervaardigd in het Weeshuis van de Nederduitsch Hervormde Diaconie, Amsterdam
Trefwoorden
stoplap, Stadswapen van Amsterdam, Amsterdam Weeshuis der Nederduitsch Hervormde Diaconie
textielcollectie
Het jonge meisje dat deze stoplap gemaakt heeft, wordt op 27 februari 1918 in Amsterdam geboren als Theodora Hulst. Ze is de dochter van Johannes Jacobus Hulst (1889-1976), een meubelmaker en Johanna Petronella van Zaanen. Het huwelijk wordt op 22 oktober 1913 voltrokken en op 18 juli 1924 weer ontbonden vanwege het overlijden van Johanna. De twee dochters Anne (1916) en Theodora (1918) blijven half verweesd achter. Drie jaar later hertrouwt hun vader met Johanna de Boers (1901-1970). De meisjes zijn dan waarschijnlijk al ondergebracht in het Weeshuis der Nederduitsch Hervormde Diaconie. Na wat omzwervingen, die niet gedocumenteerd zijn, trouwt Theodora op 18 maart 1948 in Praag met Jaroslav Psenicka (1906-1966) afkomstig uit Mörs, Duitsland. Theodora volgt een voor het weeshuis standaardpatroon, dat vanaf het begin van de twintigste eeuw gebruikt wordt. Rondom een middenkader, waarin ze het stadswapen en de naam van het weeshuis geplaatst heeft, heeft ze twaalf stoppen geoefend, voornamelijk kruisstoppen. Aan de onderzijde heeft ze een vlinderstop en een hoekstop uitgewerkt. Deze stoppen hadden een hogere moeilijkheidsgraad. De doek meet 53 bij 53,5 cm. De doek is aan drie zijden omzoomd, de linkerkant uitgezonderd. Daar heeft Theodora een randstop toegevoegd. De doek is niet gedateerd, maar is, op grond van Theodora’s leeftijd en soortgelijke doeken in de collectie rond, waarschijnlijk tussen 1930-1935 gemaakt. Ze gebruikte DMC-garens op een katoenen ondergrond van grove kwaliteit.
(Suzette van 't Hof)
Amsterdam Museum, bruikleen Protestantse Diaconie Amsterdam