Aan het begin van de negentiende eeuw ontstond een nieuw type soeplepel met een ovale, dwars op de steel geplaatstse bak. Na 1825 kwamen meer geornamenteerde stelen in zwang die pasten bij de vormgeving van de zilveren tafel- en dessertcouverts (Wttewaall 1994~2, p. 198). Zilveren soeplepels behoorden tot het standaard assortiment van het huishouden van de gegoede burgerij. Het echtpaar Willet-Holthuysen bezat een 'Cuiller à soupe' (Frederik Muller 1895, p. 15 nr. 101; Vreeken 1999, p. 16). ( Bert Vreeken)

De soeplepel is een goed voorbeeld van een eenvoudig en praktisch gebruiksvoorwerp uit het begin van de negentiende eeuw. Dergelijk onversierd schepwerk kan worden beschouwd als een voorloper van de latere industriële vormgeving.