Bekerschroeven werden gebruikt bij belangrijke ceremoniële gelegenheden. Deze verguld zilveren schroef, één uit een kapitale reeks van vijf, is gebruikt bij de inwijding van de Amsterdamse Wisselbank in 1609. De roemer (het glas) is gemaakt ter gelegenheid van een andere feestelijke opening, die van het nieuwe Stadhuis in 1655. Met een diamant is er een lofdicht van Vondel ingegraveerd:

‘Gesegent Raethuys, pronck vant gantse Nederlant. Soo heerelyck versien met mannen van verstant.
Daer vree gerechtigcheyt en eendracht vult de Saalen en Godt syn gunstigh oogh soo ryclyck in laet daelen’.

Deze roemer is vervaardigd ter gelegenheid van de inwijding van het stadhuis in 1655. Op het glas staat een gedicht van Joost van den Vondel: ‘Gesegent Raethuys, pronck vant gantse Nederlant. Soo heerelyck versien met mannen van verstant. Daer vree gerechtigcheyt en eendracht vult de Saalen en Godt syn gunstigh oogh soo ryclyck in laet daelen’.

Het gedicht van Vondel, dat met een diamant op het glas is gegraveerd, is niet het enige gedicht over het stadhuis van zijn hand. Behalve op deze roemer zijn Vondels gedichten ook in het interieur van het stadhuis te vinden. Ter gelegenheid van de inwijding schreef hij een 44 pagina’s tellende lofzang; 'Inwydinge van 't stadthuis t'Amsterdam..'
( Olga Ruitenbeek)

Op de kelk het opschrift: Gesegent Raethu˜s pronck vant gantse Nederlant/ Soo heerelijck versien met mannen van verstant/ Daer vree. gerechtiche˜t. en eendragt vult de saalen/ en Godt sijn gunstich oogh soo rijcklijck in laet daalen/ 1655 Juljus 29/. Gesigneerd op kelk: V BUIL fecit/.
De roemer is vervaardigd ter gelegenheid van de inwijding van het nieuwe stadhuis van Amsterdam op 29 juli 1655. Het glas behoort tot een zeldzame groep roemers waarvan de stam (of schacht) met rozetvormige noppen is bezet. ( Annemarie den Dekker)

Deze roemer is vervaardigd ter gelegenheid van de inwijding in 1655 van het stadhuis. Het gedicht, van Joost van den Vondel, is met een diamant gegraveerd en luidt: ‘Gesegent Raethuys, pronck vant gantse Nederlant Soo heerelyckversien met mannen van verstant Daer vree gerechtigcheyt en eendracht vult de Saalen en Godt syn gunstigh oogh soo ryclyck in laet daelen’. ( Bert Vreeken)

De roemer is vervaardigd ter gelegenheid van de inwijding van het nieuwe stadhuis van Amsterdam op 29 juli 1655. De signatuur is te lezen als V[an?] Buil en kan betrekking hebben op Willem (geb. 1614), Elisabeth (geb. 1617) of Roemer (geb. 1621) van Buil (of Buyl), neven en nicht van Anna Roemer Visscher (1583-1651) en Maria Tesselschade (1595-1649). Wellicht heeft één van hen de kunst van het schoonschrijven op glazen van hun moeder Geertrui (geb. 1588) of van hun tantes geleerd, die allen zeer bedreven waren in het 'snijden van glazen' (Smit 1989-A, p. 35). Het opschrift gaat terug op versregels die Constantijn Huygens (1596-1687) ter gelegenheid van de inwijding van het stadhuis dichtte. Het glas behoort tot een zeldzame groep roemers waarvan de schacht met rozetvormige noppen is bezet (Ritsema van Eck/Zijlstra-Zweens 1993, p. 134 nr 188 afb.).