Deze pianola is omstreeks 1932 bij de firma Goldschmeding op het Leidseplein gekocht door de beer J.G. Baars (1896-1952). Het instrument heeft eerst bij hem thuis gestaan in de Hamerstraat, later in de Meeuwenlaan. Zijn dochter J.M. Baars vertelde in 1999 de volgende anecdote. Haar vader speelde vaak met de ramen open. Na vele malen op weg naar het muzieklyceum de Hamerstraat te hebben gepasseerd, kon Krebbers’ viool-leerling Rie Maas haar nieuwsgierigheid niet meer bedwingen, en belde aan. Een afspraak om met de dochter samen te spelen, hield de heer Baars af, omdat ze verlegen zou zijn. Uiteindelijk werd de afspraak gemaakt. De ‘dochter’ speelde achter gesloten gordijnen, maar na één rol al onthulde de trotse eigenaar hoe de vork in de steel zat.
Schenking familie Baars aan het Pianolamuséum. Na restauratie aldaar in overleg met mevrouw Baars is de pianola in 1999 geschonken aan het Amsterdams Historisch Museum.