Simon Vinkenoog (1928-2009) gaf een culturele impuls aan de tegenbeweging van de jaren zestig. Hij was betrokken bij de organisatie van allerlei happenings van Provo en inspireerde met zijn gedichten en performances destijds een nieuwe generatie jongeren. Ook experimenteerde hij met drugs in een tijd waarin dat nog tegen alle conventies inging. Samen met Olivier Boelen richtte hij in 1966 het Sigma centrum op, waar jongeren concerten, toneel en film konden bekijken, veelal onder het genot van drugs. Aat Veldhoen, die destijds bekend werd met de verkoop van (erotische) rotaprenten voor 3 gulden, portretteerde Vinkenoog hier aan het einde van zijn leven. De eens zo strijdbare revolutionair is afgebeeld als naakte, oude man, zittend in een veld vol bloemen; kwetsbaar en krachtig tegelijk. ( Sarah Remmerts de Vries)
Simon Vinkenoog: Je leven een vuurwerk... of niet?
Niet lang voor zijn dood schilderde Aat Veldhoen de dichter Simon Vinkenoog (1928- 2009). Het schilderij hangt in de Schuttersgalerij naast het portret van Robert Jasper Grootveld. Op hun eigen suggestie schilderde Veldhoen de twee helden van de jaren zestig naakt, in de fluorescerende kleuren die hij vaak voor zijn schilderijen gebruikt.
Vinkenoog is afgebeeld tussen bloemen. Aat Veldhoen is voordat hij aan het portret begon samen met zijn partner Hedy d’Ancona naar de volkstuin van Vinkenoog gegaan, Buitenzorg in Amsterdam-Noord. Daar bracht Simon in de laatste jaren van zijn leven de hele zomer door, samen met zijn zesde vrouw Edith Ringnalda.
Vinkenoog richtte in 1950 het blad Blurb op, waarin de dichters die bekend raakten als de Vijftigers publiceerden. In 1951 publiceerde hij de roemruchte bloemlezing Atonaal. De Amerikaanse Beatdichters Allen Ginsberg en William Burroughs hebben een grote invloed op hem gehad. Naast dichter was hij performer. In 1966 organiseerde Simon Vinkenoog de legendarische manifestatie Poezie in Carré, waar onder andere Remco Campert, Jules Deelder en Johnny the Selfkicker optraden. Het Nederlandse begin van poëzie als podiumkunst. Vinkenoog zelf slingerde tijdens zijn optreden deze vragende dichtregels de zaal in: ‘Nederland waarom laat je je regeren door angstige kleuters? Waarom kwamen de ketters hierheen vluchten? Nederland, waarom gaan je misverstanden nergens over? Maar zijn gedichten gingen ook over meer prozaïsche zaken als woningnood en het afschaffen van de dienstplicht.
In november 1966 begint Vinkenoog samen met Olivier Boelen het Sigma centrum aan de Kloveniersburgwal. Ze willen ‘spelmomenten creëren voor de grotere hoeveelheid vrije tijd die de mens in de toekomst zal krijgen’. Het is uitzonderlijk dat een nog vaag initiatief subsidie van de gemeente krijgt. Maar het enige Provo-raadslid Bernard de Vries stemt tegen, Sigma is te elitair. In Rebelse Stad schrijft Eric van Duivenvoorden dat Sigma al gauw beschouwd werd als ‘een door de overheid gesubsidieerde opiumkit’. Boelen en Vinkenoog nodigen de provo’s een paar weken na de opening uit voor een discussie. Het wordt een felle woordenwisseling. Hans Tuynman: ’jullie hebben de spelregels en voorwaarden van de gemeente moeten aanvaarden. Provo wil spontane creativiteit’.
Vinkenoog voelde zich beter thuis bij de beweging die Provo opvolgde. Zijn fascinatie voor liefde, oosterse mystiek, vrijheid en drugs maakten hem de verpersoonlijking van de hippie-generatie. Veldhoen heeft Vinkenoog afgebeeld met zijn eeuwige joint. In de jaren zestig experimenteerde hij met mescaline en lsd. Jarenlang had hij door zijn esoterische belangstelling een plaats in de marge. Later werd hij herontdekt, bijvoorbeeld door Spinvis en slam poets.
In 2008, bij zijn 80ste verjaardag, verscheen Am*dam/Madmaster, een poëtisch eerbetoon van Vinkenoog aan zijn stad Amsterdam. Vinkenoog trad vaak op in Ruigoord. Van der Vegt heeft een portret van hem gemaakt met een festivaltent op de achtergrond en een brandstapel, omdat de dichter soms zei dat hij na zijn dood in Ruigoord verbrand wilde worden. Dat is niet gebeurd, maar na de begrafenis togen familie en vrienden naar Ruigoord om een vreugdevuur te ontsteken en zo Simon’s leven te vieren en in stijl af te sluiten. ( Annemarie de Wildt)