stadskeur onderzijde bodem: Amsterdam
: stadswapen
gehalteteken onderzijde bodem: Hollandse leeuw
jaarletter onderzijde bodem: W: jaarletter W
: jaarletter W = 1756
meesterteken? onderzijde bodem: RB: meesterteken met letters RB in ovaal
: Bron: Voet 1912, nr. 413; Citroen 1975, nr. 783; De Lorm 2001, p. 495/meesterteken RB= Reynier Brandt (ca. 1707 [1734]-1788)
belastingteken onderzijde bodem: V: belastingteken met cursieve letter V
: belastingteken cursieve V = periode 1906-1953
gehalteteken onderzijde bodem: ZI: gehaltemerk met letters ZI
: gehaltemerk ZI gebruikt sedert 1953
inv.nr. KA 8057 in depot
Ovale mand met vlakke bodem, gevat in onderrand, opgebouwd uit C- en S-voluten. Gegoten versieringen, deels geciseleerd. Rand onderbroken door vier rocaillemotieven, fungerend als pootjes. Gewelfde wand, ajourgezaagd met vlechtwerk en korenaren, de buitenzijde gegraveerd, de binnenzijde glad. Bovenrand, opgebouwd uit C- en S-voluten, onderbroken door vier rocaillemotieven. Korte zijden wand met twee aangezette oren, samengesteld uit voluten en schelpmotieven.
Origin
Verzameling W.J.R. Dreesmann, Amsterdam; veiling Frederik Muller, Amsterdam, 1960
Dit voorwerp behoort tot de vroegste manden in rococo-stijl, toegeschreven aan Reynier Brandt. Deze zilversmid ontwikkelde zich in de jaren vijftig van de achttiende eeuw tot een specialist op dit gebied. In dit decennium vervaardigde hij betrekkelijk lage modellen met dichte of ajourgezaagde wanden. De randen zijn opgebouwd uit C- en S-voluten, op het midden van de zijden afgewisseld met zwaar uitgevoerde rocaillemotieven. De vroegst bekende mand van dit type uit 1753 bevond zich voorheen in de verzameling van dr. A.C.R. Dreesmann (Christie's 2000, p. 28-29 nr. 1022). Twee andere exemplaren van Brandt, beide uit 1759 en eveneens behorend tot zijn vroege productie, bevinden zich in het Amsterdams Historisch Museum (cat.nrs. KA 13055, KB 2345). Eerstgenoemde mand maakt deel uit van een olie- en azijnstel, à double usage.
Omstreeks 1765 zou deze mandvorm onder Reynier Brandt evolueren tot het archetype mand dat - gezien de vele bewaard gebleven exemplaren - zeer geliefd moet zijn geweest (Ter Molen 1994, p. 212 nr. 90 (1767), p. 222-223 nr. 98 (1772); De Lorm 2001~2, p. 150 nr. 87 (1770). Dit hoge model met ajourgezaagde wand is in talloze varianten door diverse zilversmeden in Amsterdam en andere steden nagevolgd. Daarnaast bleef Brandt nog geruime tijd het lage model produceren (Beeling 1979, p. 96-197 (1766); Christie's 2001, p. 61 nr. 208 (1771)). ( Bert Vreeken)