De handel overzee was niet zonder gevaren. Regelmatig kwam het tot gevechten tussen schepen van de Republiek en haar rivalen Spanje, Portugal of Engeland, maar ook piraten vormden een bedreiging. Voor de veiligheid voeren schepen meestal in konvooi en waren er op de Oost-Indiëvaarders ongeveer 80 soldaten aan boord, bewapend met kanonnen zoals deze.
Exhibition text
Amsterdam had twee geschutsgieterijen; deze leverden aan de stad, aan de Admiraliteit en aan de VOC. Het scheepskanon gegoten door De Grave dateert van 1725. De twee kleine bronzen houwitzers gegoten door Crans dragen het monogram van de Amsterdamse vestiging van de VOC. Het opschrift luidt: ‘ME FECIT C. CRANS IANSZ. AMSTELODAMI. AO. 1743’, wat betekent: Cyprianus Crans van Amsterdam, de zoon van Jan Crans, maakte mij in 1743. Het lichte bronzen scheepskanon gegoten door Van Seest in 1764 is afkomstig van een Oostindiëvaarder. Ook deze draagt het monogram van de Amsterdamse Kamer van de VOC. Van Seest werkte als geschuts- en klokkengieter in één van de twee Amsterdamse geschutsgieterijen.