Uithangteken van de voormalige koekenbakker Helleganger aan de Utrechtsestraat 42. Koekenbakkers gebruikten als symbool vaak een olifant, in wit, zwart of verguld. Het dier verwijst naar de landen waar specerijen vandaan kwamen.
Uithangtekens zijn eigenlijk een van de vroegste vormen van reclame. Ze trokken al in de Romeinse tijd de aandacht van de veelal ongeletterde voorbijganger. In de zeventiende-eeuwse stad hingen talrijke uithangtekens en uithangborden. Zo hing bij de apotheker een ‘gaper’ en bij de kleermaker een schaar aan de gevel. Ook onderlinge concurrentie werd via uithangborden uitgevochten. Zo beconcurreerde in 1676 een koekenbakker in de Oude Brugsteeg vakgenoten door middel van zijn bord “in de jonge grauwe olifant”. In dezelfde steeg hing “de grauwe olifant” en “in de witte vette olifant” al uit. ( Jacqueline Grandjean)
Catalogue sculpture collection AHM 1995
De olifant hing als uithangteken aan het pand Utrechtsestraat 42, van de firma Helleganger. ( Onno Boers)