Dit kleine Oude Stadhuis van Jan Beerstraten toont de voorganger van het zeventiende-eeuwse Stadhuis op de Dam. Het middeleeuwse gebouw werd in 1652 door brand verwoest. Het paneel is een van de zeer schaarse schilderijen die door het Amsterdamse gemeentebestuur in de negentiende eeuw zijn aangekocht. De vaste restaurator Willem Hopman had het op de kop getikt en doorverkocht aan de stad. Lange tijd hing het schilderij in de kamer van Burgemeester en Wethouders. ( Norbert Middelkoop)

Op het huis rechts een bord met het opschrift: "NOTARIS".
Een in stijl en opzet zeer verwant schilderij van de meester, waarop het oude stadhuis, eveneens bij winter, scheef vanuit de andere hoek te zien is en waarop verder vrijwel dezelfde gebouwen voorkomen, bevindt zich in Museum Boymans van Beuningen te Rotterdam (cat.1962, nr.1035: als door Abraham Beerstraten, niet gesigneerd). Een met ons schilderij overeenkomende tekening, stellig een voor studie ervoor, is eigendom van het Koninklijk Oudheidkundig Genootschap te Amsterdam (foto Lichtbeelden Instituut, Amsterdam, nr. CCA VIII 416). Beerstratens schilderij en tekening, die vermoedelijk geïnspireerd zijn op een andere afbeelding, geven het stadhuis weer zoals het er uit zag tussen 1615 en 1640. In 1615 werd de hoge spits van de stadhuistoren wegens bouwvalligheid afgebroken. Hij werd vervangen door het kleine dakje, waarin de luiklok hing en dat op cat.nr. 39 te zien is. Ook deze constructie bleek nog te zwaar en werd daarom in 1640 verwijderd. Sindsdien had de toren het platte dak dat op cat.nr. 446 voorkomt. Links de ingang van de Kalverstraat. ( Albert Blankert)

Het oude stadhuis op de Dam was in de 17e eeuw bouwvallig geworden en te klein. In 1652 brandde het af, maar toen was al begonnen met de bouw van het nieuwe stadhuis. De schilder geeft de toestand weer zoals deze tussen 1615 en 1640 was. Hij heeft het schilderij waarschijnlijk later gemaakt naar een oudere afbeelding. Beerstraten schilderde veel wintergezichten, de zogenaamde ' wintertjes'. Op de voorgrond links, staat een groepje mannen te praten. Eén van hen is een oosterling, waarschijnlijk een Armeense koopman. Op de beurs in Amsterdam hadden de Armeense handelaren hun vaste plek. Dergelijke groepjes mannen in oosterse kleding, met of zonder Hollanders komen heel vaak voor op de 17e-eeuwse Amsterdamse stadsgezichten. Waarschijnlijk werden zij afgebeeld om aan te geven dat handelscontacten met hen belangrijk waren.

het oude stadhuis op de Dam was in de 17e eeuw bouwvallig geworden en te klein. In 1652 branddehet af, maar toen was al begonnen met de bouw van het nieuwe stadhuis. Beerstraten schilderde veel wintergezichten, de zogenaamde ' wintertjes'.