Catalogue AHM 1975/'79
Door Van Dyk en De Vries beschreven als een werk van "A. Lion", Scheltema nam deze toeschrijving over. Bedoeld is Jacob Lyon, de schilder van ons cat.nr. 256. Dat stuk is uit dezelfde periode, doch is in zo volstrekt andere trant geschilderd dat het onmogelijk van dezelfde hand kan zijn. Meyer opperde de mogelijkheid dat cat.nr. 141 identiek is met een schutterstuk door (Jacob) Backer uit 1638 dat Schaep in 1653 in de Kloveniersdoelen zag hangen. Minder waarschijnlijk achtte hij het dat ons stuk geïdentificeerd moet worden met een schilderij door Eliasz dat Schaep "op de kamer" in de Voetboogdoelen signaleerde: "12. Ao 16.. voor de schoorsteen, Capn Mathys Willemsz. Raephorst ende Lut. Hendrick Lourisz bouckverkooper op 't Water, geschildert bij Claes Elias ao ...... (Meyer; vgl. SCHELTEMA VII, blz. 137, nr. 14 en blz. 133, nr. 12).
Six echter meende dat dat laatste stuk wel degelijk ons schilderij is, vooral omdat dat: "zoowel in de kleur der kleeding als in de teekening van handen en koppen, aan onzen schilder (Eliasz) herinnert". Uit de volgorde bij Schaep maakte Six op dat het in 1630 werd geschilderd, wellicht ter herinnering aan het feit dat Raephorst één der vier kapiteins was die in 1628 Frederik Hendrik inhaalden bij zijn bezoek aan de stad; de man die geheel links op de onderste rij in een boekje schrijft zou de suppoost, Schellingwou genaamd, kunnen zijn (Six, 1886).
Echter, ook al is ons stuk een werk van Eliasz, toch blijft het mijns inziens onzeker of het inderdaad (zoals sinds Six' publikatie algemeen wordt aangenomen) het door Schaep genoemde korporaalschap van Raephorst en Lourisz is: sommige schilderijen die op de Doelens hingen vermeldt Schaep niet, andere zijn verloren gegaan.
Ik weet niet of eerder werd opgemerkt dat het stuk, in één opzicht, op Rembrandts 'Nachtwacht' vooruitloopt: daarop wordt net zo de achtergrond gedomineerd door een grote, triomfboogachtige poortdoorgang. ( Albert Blankert)
Exhibition text
Matthijs Willemszn Raephorst (1599-1638) was een van de vier kapiteins die de intocht van de stadhouder prins Frederik Hendrik in Amsterdam in 1628 begeleidden. Mogelijk naar aanleiding hiervan bestelde hij met zijn manschappen een groepsportret bij Nicolaes Pickenoy.
Vóór de komst van Rembrandt naar Amsterdam, begin jaren dertig, waren Nicolaas Pickenoy en Thomas de Keyser de toonaangevende portretschilders van hun tijd. Zij hebben beiden meerdere schutterstukken op hun naam staan.
In deze voorstelling hield Pickenoy vast aan de traditionele groepring van de manschappen in twee rijen, gescheiden door een balustrade. De imposante triomfboog middenachter doet enerzijde denken aan de doorkijk op Badens' schutterstuk in deze gallerij. Anderzijds wijst het vooruit naar hetzelfde motief op Rembrandts Nachtwacht uit 1642.
Exhibition text
Nicolaes Pickenoy schildert zijn eerste schutterstuk (er zullen er nog vier volgen). De compositie is traditioneel - twee horizontale rijen mannen keurig naast elkaar, zodat iedereen duidelijk in zijn eervolle functie te zien is. Maar toch: de grote Amsterdamse vlag doorbreekt de rijen en de triomfboog achter de schutters zal twaalf jaar later door Rembrandt worden overgenomen in de Nachtwacht.