signatuur rechtsonder: T.v.d.Elst. F.
onderschrift beneden over de volle breedte: Hendrick Woutersz. van der Spelt / Jan Jansen Nes / Claes Barents Bouman / Jacobus Hoeckgeest / Dirck Harmensz. Muller // hebben desen hare Conterfeytsel aen / het Metselaers, Steen-houwers / Lay-deckers en Lootgieters Gildt / vereert op den eersten November / Ao 1659
oud stadsbezit
inv.nr. SA 40261 in depot
Een groep van zes personen, gekleed in midden 17de eeuwse klederdracht met platte witte liggende kraag, en hoeden op, gezeten aan en naast een tafel. De uiterst links en uiterst rechts zittende mannen houden een lange gildestok vast.
Origin
Schenking aan Metselaarsgilde door de overlieden, 1 november 1659; Gemeentearchief, Amsterdam eind 19de eeuw
Beneden over de volle breedte het onderschrift: "Hendrick Woutersz. van der Spelt / Jan Jansen Nes / Claes Barents Bouman / Jacobus Hoeckgeest / Dirck Harmensz. Muller // hebben desen hare Conterfeytsel aen / het Metselaers, Steen houwers / Lay deckers en Lootgieters Gildt / vereert op den eersten November / Ao 1659". Volgens de bepalingen van het metselaarsgilde dienden de overlieden te zijn: "Vijf in getal, drie Meesters Metselaar, een van welken deken is, een Meester Steenhouwer en een, die tegelyk Meester Leidekker en Pompenmaaker is" (zie: WAGENAAR II, blz. 461).
De catalogus van 1876 vermeldt in plaats van Dirck Hoeckgeest: Jacobus Hoeckseeft. Er zijn geen andere schilderijen bekend van de "v.d. Elst" die ons stuk signeerde en evenmin weten wij iets over zijn leven. In een artikel van 1967 besprak mevr. A.H. van der Beek Scheffer enkele schilderijen van een schilder Hieronymus van der Elst, die rond 1600 werkte. Zij achtte ook enkele landschappen, die als werk van "J. van der Elst" in 18de eeuwse veilingcatalogi voorkomen, van diens hand. Mijns inziens, komt echter hiervoor de maker van ons cat.nr. 148 evenzeer in aanmerking (A.H. van der Beek Scheffer, in: Oud Holland 82, 1967, blz. 25, noot 15). ( Albert Blankert)