In de nacht van 4 op 5 maart 1651 woedde er een noordwesterstorm over Amsterdam terwijl het bovendien springvloed was. Door de hoge waterstand brak ten oosten van Amsterdam de Sint Anthonis- of Diemerdijk op twee plaatsen door. Hierdoor liep de in 1629 drooggelegde Watergraafsmeer weer onder. De hier afgebeelde dijkdoorbraak is bij het plaatsje Houtewael, een dorpje dat destijds net ten oosten van Amsterdam lag, ongeveer waar tegenwoordig de kruising is van de Sarphatistraat met de Hoogte Kadijk.

In de nacht van 4 op 5 maart 1651 woedde er een noordwesterstorm over Amsterdam, terwijl het bovendien springvloed was. De resulterende hoge waterstand, die de naam Sint Pietersvloed heeft gekregen, had rampzalige gevolgen. Ten oosten van Amsterdam brak de Sint Anthonis- of Diemerdijk op twee plaatsen door, een spectaculaire gebeurtenis die door meerdere kunstenaars is vastgelegd. Willem Schellinks maakte een aantal tekeningen en etsen, maar ook dit schilderij. De hier afgebeelde dijkdoorbraak is bij het plaatsje Houtewael, een dorpje dat destijds net ten oosten van Amsterdam lag, ongeveer waar tegenwoordig de kruising van de Sarphatistraat met de Hoogte Kadijk is. De nabijheid van Amsterdam is door Schellinks gesuggereerd door de drie kerktorens en zelfs scheepsmasten af te beelden, overigens veel dichterbij dan in werkelijkheid.
De Overamstelse polder, maar ook de daarachter gelegen Diemermeer liepen onder water. Jan Wagenaar beschreef omstreeks 1760 de gevolgen: ‘De Meer raakte wel zestien voet diep onder water. Al de plantaadjen en eenige Lusthuizen werden vernield. De eigenaars derzelven moesten zig, den volgenden zomer, vergenoegen, met hunne tuinen en lustplaatsen, aleenlijk in schuitjes te bezoeken.’ Gelukkig voor deze eigenaars was de schade enige jaren later al weer hersteld. ( Tom van der Molen)

In catalogus Brian Koetser, 1967, toegeschreven aan Francesco-Giuseppe Casanova. Schellinks maakte twee tekeningen van hetzelfde onderwerp: 1 Verz. F. Lugt, Parijs, inv. nr. 401 (afgebeeld in cat. tent. La vie en Hollande au XVIIe siècle, Parijs 1967, nr. 42, pl. 12); 2. British Museum, Londen; cat. Hind IV, 1931, blz. 57, nr. 1. Naar de tekening in het British Museum maakte Pieter Nolpe een prent in spiegelbeeld met de titel: “Vertoninge en de nae ’t Leven afgebeelt van het doorbreecken van de St. Anthonis Dijck buyten Amsterdam.. Gemaekt en gedruckt by Pieter Nolpe tot Amsterdam en van W. Schellinckx getekent” (HOLLSTEIN XIV, blz. 175, nr. 208, met afb.; C. Bille, Een dijkdoorbraak te Amsterdam ruim 400 jaar geleden, in: Amstelod. 47, 1960, afb. bla. 206). De prent komt zowel in compositie als detail vrijwel geheel met ons schilderij overeen. Zie over de dijkdoorbraak ook cat.nr. 13. [= SA 2481] ( Albert Blankert)

Door een springvloed bij volle maan brak in de nacht van 5 op 6 maart 1651 de Sint Anthonisof Diemerdijk door. De in 1629 drooggelegde Diemermeer liep volledig onder en ook in Amsterdam ontstond grote schade.

De Sint-Anthonis- of Diemerdijk ligt ten oosten van Amsterdam als bescherming tegen de Zuiderzee. In de nacht van 5 op 6 maart 1651 brak de dijk door en veroorzaakte grote schade. Zo werd ook de toen reeds drooggelegde Diemermeer wee door het water overspoeld. Het duurde ruim anderhalf jaar voor met herstelwerkzaamheden werd begonnen. De ramp is door verschillende kunstenaars uitgebeeld.
De landschapschilder en -tekenaar Willem Schellinks woonde in Amsterdam. Hij maakte reizen naar Engeland, Frankrijk, Duitsland, Zwitserland en Italië.

Door een springvloed bij volle maan brak in de nacht van 5 op 6 maart 1651 de Sint Anthonis- of Diemerdijk door. Deze dijk, ten oosten van Amsterdam, beschermde de stad tegen het water van de Zuiderzee. De in 1629 drooggelegde Diemermeer liep volledig onder en ook in Amsterdam ontstond grote schade. Het duurde ruim anderhalfjaar voordat met herstelwerkzaamheden werd begonnen.

Het water brengt voorspoed maar in het lage Holland vormt het ook altijd een dreiging. Tijdens een nachtelijke storm in 1651 breekt de Diemerzeedijk ten oosten van Amsterdam op twee plaatsen door. Boerderijen en buitenhuizen worden weggeslagen, de stad loopt gevaar. Het schilderij voert ons mee het drama in. Lijkt de aardkluit linksonder niet op een briesende Hollandse leeuw?