In 1636 had ter hoogte van Dieppe een hevige zeeslag plaats, die vooral opmerkelijk is wegens de grote vermaardheid der bevelhebbers aan beide zijden. De Duinkerkers werden aangevoerd door admiraal Jacques Collaert, wiens naam door een drietal heldendaden beroemd was. Aan de zijde der Staatsen bevond zich Johan Evertsen, afkomstig uit een Zeeuws geslacht waarvan reeds zeven leden de heldendood gestorven waren. Na een gevecht van vijf uur werd één der Duinkerker schepen in de grond geboord, een ander verjaagd en het derde waarop zich Collaert met zijn vice-admiraal Matthijs Rombout bevonden, zó hevig beschoten dat de Duinkerker admiraal zich in de lucht wilde laten vliegen. Zijn schip was echter reeds lek en ging met tweehonderd man te gronde. De twee Duinkerker admiraals werden gevankelijk naar Vlissingen gevoerd. ( Dedalo G. Carasso)