kleine stadskeur onderzijde koker: V: kleine stadskeur Amsterdam met jaarletter V
: jaarletter V=1804
jaarletter onderzijde koker: V: kleine stadskeur Amsterdam met jaarletter V
: jaarletter V =1804
meesterteken onderzijde koker: CH: C H in rechthoek
: bron: Voet 1912, nr 692; Citroen 1975, nr 137/meesterteken CH = Cornelis van Hoek (1753 [1786] -1813)
inscriptie bovenzijde dop: G:S: geschreven G S
schenking
inv.nr. KA 3735 in depot
Ronde, taps toelopende koker met afschroefbare, achtzijdige dop, tevens als zegelstempel dienend. Reliëfdecors op een deels geruwde ondergrond. Op wand koker bloemenguirlandes en twee cartouches, samengesteld uit C-voluten, de bovenste met een voorstelling van de aanbidding der herders (Lucas 2:8-20), de onderste met de doop van Jezus (Mattheüs 3:13-17; Marcus 1:9-11; Lucas 3:21-22; Johannes 1:29-34). Wand dop met een bloemenmand. Op bovenzijde dop zijn in spiegelschrift de initialen: G:S/ gegraveerd.
Origin
Sophia Augusta Stichting, Amsterdam, herkomst en jaar van verwerving onbekend
Taps toelopende naaldenkokers met een schroefdop kwamen in de periode 1750-1820 veelvuldig voor. Van de hand van Cornelis van Hoek, een productief kleinwerker, zijn verschillende exemplaren bekend (Wttewaall 1994~2, p. 130 afb. 364 midden, afb. 365 links en midden, afb. 367 rechts, p. 131 afb. 368 rechts). Mallen voor stampwerk werden gedurende langere tijd gebruikt en veelvuldig door zilversmeden onderling uitgeleend of na overlijden overgenomen. Van het laatste is een door Johannes van Hoek, de zoon van Cornelis, omstreeks 1820 vervaardigde naaldenkoker een voorbeeld. Het bijbelse decor is identiek met het hier besproken exemplaar dat zijn vader in 1791 maakte (cat.nr. KA 3734). Zie over dit type naaldenkoker: Wttewaall 1994~2, p. 129-131. Zie het commentaar bij cat.nr. KA 3741. ( Bert Vreeken)