In de jaren 1980 behoorde modeontwerper Rob Kröner tot de 'grote vijf' van de Nederlandse couture. Samen met Max Heymans, Frank Govers, Frans Molenaar en Edgar Vos domineerde hij de Nederlandse mode. Zijn stijl wordt omschreven als 'sportieve chic' en 'klassiek elegant'. In 1979 opende hij een eigen gesloten couturehuis in de Amsterdamse Van Baerlestraat. In 1985 bracht hij in eigen beheer confectiecollecties op de markt. In 1994 toonde Kröner zijn laatste collectie in Amsterdam.
Na 20 jaar collecties maken en tonen stopte Kröner zijn modeactiviteiten. Naar eigen zeggen ging hij nadenken over hoe hij zijn leven wilde leven. Hij nam een jaar vrij. In dat jaar verbouwde hij de boerderij in Frankrijk en ging nadenken over zijn volgende stap.
Doordat een klant aan hem vroeg om hun huis in het buitenland in te richten, is hij zich gaan toeleggen op het inrichten van huizen in diverse landen in Europa. Daarna verhuisde hij met zijn Canadese echtgenoot naar Vancouver. Inmiddels woont Rob Kröner bijna vijf jaar in Canada en is in deze periode begonnen met het maken van reliëfs in stof op doek. In de toekomst zal zijn werk te zien zijn in het Classical Chinese Garden Museum en in het Maritime Museum Vancouver.
Schenkster Imanda Wapenaar kocht veel kleding bij Rob Kröner. Hij had een maat/model van haar opgeslagen, dus hoefde ze voor een kledingstuk dikwijls alleen de stof en kleur aan te geven en af te passen. Mevrouw Wapenaar was indertijd directeur van platenmaatschappij Polydor (en de enige vrouwelijke platenbaas in Nederland), waardoor ze regelmatig festiviteiten met bekende artiesten in Kröner kleding bijwoonde. Ze heeft met name bijzondere herinneringen aan zijn modeshows op de Van Baerlestraat, waar vooral Marte Röling met haar zusters veel aandacht trok. (Judith van Amelsvoort)
Amsterdam Museum
Onderzoek naar en fotografie van de 20e en 21e-eeuwse kostuums van het Amsterdam Museum zijn mede mogelijk gemaakt door financiële steun van het Barbas- Van der Klaauw Fonds en het Prins Bernhard Cultuurfonds.