stadskeur onderzijde bodem: Amsterdam
: stadswapen
gehalteteken onderzijde bodem: Hollandse leeuw
jaarletter onderzijde bodem: T: jaarletter T
: jaarletter T = 1778
meesterteken? onderzijde bodem: W.W: meesterteken met letters W W aaneen in ovaal
: Bron: Voet 1912, nr 497-498; Citroen 1975, nr 948; De Lorm 2001, p. 539-540 meesterteken W.W toegeschreven aan Wijnand Warneke (ca. 1738 [1763]-1810)
herkeuringsteken onderzijde bodem: L: herkeuringsteken met letter L
: herkeuringsteken L= Amsterdam, 1795
legaat 1895-01-30
inv.nr. KA 5493 in depot
Mosterdpot, bestaande uit binnenbak van blauw glas in opengewerkte houder met scharnierend deksel van zilver. Voetrand met twee geslingerde banden, ovalen vormend. Cilindrische wand met traliewerk van ruiten en gegraveerde rozetten, de bovenrand opgelegd met bloem- en bladguirlandes en drie gestrikte medaillons met urnen. C-vormig oor in de vorm van een eikentakje. Gewelfd deksel met geslingerde banden en gegraveerde rozetten. Dekselknop in de vorm van een urn met afhangende guirlandes. Dekselrand met uitsparing voor lepeltje.
Origin
Verzameling A. Willet, Amsterdam; legaat van mevrouw S.L.G. Willet-Holthuysen, Amsterdam, 1895
Deze mosterdpot toont de voor Wijnand Warneke karakteristieke mengeling van modestijlen die in het laatste kwart van de achttiende eeuw naast elkaar bestonden (Verbeek 1988, p. 83). Modern zijn de strakke cilindrische houder en de medaillons met de vazenreliëfs, uitgevoerd in Lodewijk XVI-stijl. Het omkrullende oor met de opgelegde ranken doet daarentegen ouderwets aan (vgl.: De Lorm 2001~2, p. 163-164 nr. 96, 97). Vaasvormige dekselknoppen als deze werden ook door Johannes Schiotling toegepast (Verbeek 1976, nr. 39, 47). Zie over mosterdpotten: Hofman 1985. ( Bert Vreeken)