hoogte: 11.1 cm; hoogte zonder binnenbak: 10.1 cm; lengte: 34.2 cm; breedte: 20.9 cm; gewicht zonder binnenbak: 1265.5 gr; gewicht met binnenbak: 1992.1 gr;
waarborgteken korte wand: A: Minervakop met letter A
: Minervakop met A= keurkamer Amsterdam
gehalteteken lange wand: 1: leeuw eerste gehalte
jaarletter korte wand: U: jaarletter U
: jaarletter U=1904
aankoop 1980-10-23
inv.nr. KA 16713 in depot
Rechthoekige jardinière van zilver met koperen binnenbak. Houder samengesteld uit vier trapeziumvormige platen, aaneen geklonken door vier hoekstukken, uitlopend in vlakke poten. Onderrand met kussens tussen gladde randen. Rechthoekige vergulde bovenrand tussen dubbele parellijsten, waarin alternerend vierkante en rechthoekige plaatjes. Op vierkante plaatjes ronde cabochons van malachiet omgeven door rand van wit email. Op langwerpige plaatjes een kruismotief in paars en geel email. Hoeken ingelegd met topaas. Lange zijden met rechthoekig veld in kruisvorm met parellijst met vier chalcedonen en een topaas. Korte zijden, elk met cirkelvormig veld in kruisvorm met parellijst, met vier chalcedonen en een topaas. Twee gegroefde C-vormige oren.
Origin
Veiling Christie's Amsterdam, Laren, 23-10-1980, nr. 1417
Deze zilveren jardinière of plantenbak uit 1904 is een voorbeeld van de Nieuwe Kunst in de Nederlandse edelsmeedkunst. Rond 1900 speelde Jan Eisenloeffel hierin een pioniersrol. Zijn vroege ontwerpen hebben een strakke vormgeving en sobere, geometrische versieringen. Een schok voor het grote publiek, dat gewend was aan overdadige ornamentiek. ( Annemarie den Dekker)
Catalogue silver collection AHM 2003
Deze jardinière of plantenbak is een voorbeeld van de Nieuwe Kunst in de Nederlandse edelsmeedkunst. Omstreeks 1900 speelde Jan Eisenloeffel hierin een pioniersrol. Zijn vroege ontwerpen worden gekenmerkt door een strakke vormgeving en sobere, geometrische versieringen. Hoewel de bak - zover valt na te gaan - niet is voorzien van van het meesterteken JE in monogram in cirkel dat Eisenloeffel op de meeste van zijn metalen ontwerpen afsloeg, kan het ontwerp op basis van contemporaine publicaties met zekerheid aan hem worden toegeschreven (Walenkamp 1905, p. 13 afb.; Schulman 1905, p. 32 nr. 650). Zie Inleiding Vreeken, p. X afb. X. De jardinière is het meest kostbare stuk uit Eisenloeffels kleinschalige zilverproductie. Vermoedelijk was de bak te koop bij de in 1903 gestichte interieurfirma De Woning te Amsterdam, waarvan Eisenloeffel mede-oprichter was.
Blijkbaar vond het daar geen koper, want in 1905 maakte het stuk deel uit van een veiling van Eisenloeffels zilver en sierdaden, waar het in de catalogus staat omschreven als een 'chef d'oeuvre, d'une forme élegante' (Schulman 1905, p. 32 nr. 650) (vriendelijke mededeling van mevrouw A. Krekel-Aalberse). Vanaf 1905 werden Eisenloeffels zilverontwerpen in de fabriek van C.J. Begeer te Utrecht vervaardigd. Het Museum Bellerive te Zürich bezit een verwante jardinière van Jan Eisenloeffel, uitgevoerd in messing (Krekel-Aalberse/Raassen-Kruimel 1996, p. 147 afb. 113). In een particuliere verzameling te Sydney bevindt zich een byouteriedoos uit 1910 waarvan het ontwerp sterk op cat.nr. KA 16713 is geïnspireerd (Aalberse-Krekel-Aalberse/Raassen-Kruimel 1996, [p. 250] afb. XVII). ( Bert Vreeken)