toetssteek binnenrand bodem (2x)/binnenzijde lichaam/onderzijde bodem
stadskeur onderzijde bodem: stadskeur Amsterdam met stadswapen Amsterdam
jaarletter onderzijde bodem: B: jaarletter B
: jaarletter B= 1569
meesterteken? onderzijde bodem: soldeerbusje
: bron: Voet 1912, nr. 16; Citroen 1975, nr. 1123/niet geïndentificeerde zilversmid, werkzaam ca.1575
belastingteken rand deksel/rand doos: I: belastingteken met letter I
: I staat voor periode 1906-1953
aankoop 1988-12-01
inv.nr. KA 18782 in depot
Pyxis met cilindrische wand en deksel op drie pootjes in de vorm van een zittende leeuw. Spreidende onderrand met fries van acanthusbladeren tussen opgelegde kabelranden op een geruwde ondergrond. Op wand een gedreven voorstelling van St. Hieronymus met een leeuw, twee met goederen beladen muilezels en een kameel. Ter rechterzijde van de heilige drie knielende mannen. Gewelfd deksel met fries van rolwerk met maskers en vruchtenguirlandes op een geruwde ondergrond. Diabolovormige dekselknop met drie opgengewerkte voluten waarboven een figuurtje van Hieronymus met staf, boek en leeuw. Rand deksel met opgelegde kabelrand.
Origin
Tent. Friesch Zilver, Fries Museum, Leeuwarden, 1927, nr. 104; tent. Zilver, Lakenhal, Leiden, 1935, nr. 529; particuliere verzameling, Nederland; veiling Christie's, Amsterdam, 1-12-1988, nr. 628, verworven met steun van de Vereniging Rembrandt
verwerving: aangekocht met steun van de vereniging Rembrandt (dfl.38870.00)
Een pyxis is een doosje waarin gewijde hosties worden bewaard. Dit exemplaar is het vroegste voorbeeld van religieus zilver in de verzameling van het Amsterdams Historisch Museum. Amsterdams kerkzilver uit de zestiende eeuw is uiterst zeldzaam: de enige twee andere bekende stukken bevinden zich in buitenlandse verzamelingen (Citroen/Van Erpers Royaards/Verbeek 1984, p. 27 nr. 1). Genoemde voorbeelden vormen slechts een fractie van het eens zo rijke Amsterdamse kerkelijke zilver.
Uit een in 1570 opgemaakte inventaris is bekend dat er toen 28 'broot bossen' - bussen voor het 'brood van Christus' - in Amsterdam waren. Ook het gewicht wordt erbij vermeld, maar geen ervan komt overeen met de 291 gram van het hier besproken stuk. Toch is gezien de Amsterdamse keuren een Amsterdamse bestemming niet onaannemelijk: zowel de Oude als de Nieuwe Kerk had een altaar gewijd aan St. Hieronymus. De maker van de pyxis, de 'meester met het soldeerbusje', zo genoemd omdat zijn meesterteken daar enigszins op lijkt, heeft ook een aantal in 1578 geslagen noodmunten van zijn teken voorzien (Voet 1912, p. 20 nr. 16). Volgens overlevering zou hiervooronder meer kerkelijk zilver omgesmolten zijn.
De pyxis is gewijd aan de heilige Hieronymus, een der vier kerkvaders. Hij is bovenop het deksel afgebeeld met naast hem een leeuw, zijn vaste metgezel. Volgens overlevering had Hieronymus eens een doorn uit de poot van een leeuw getrokken, waarna het dier en zijn redder onafscheidelijk werden. Het verhaal is vastgelegd in de dertiende-eeuwse 'Legenda aurea' (Hall 1993, p. 144).
De gedreven voorstelling op de wand van de pyxis geeft een van hun avonturen in enigszins gewijzigde vorm weer. De leeuw brengt twee met goederen beladen muilezels en een kameel terug, die van Hieronymus waren gestolen. Ook de dieven worden opgebracht. Het lijkt waarschijnlijk dat een prent of een serie prenten ten grondslag heeft gelegen aan de afbeelding, maar een precieze beeldbron is niet bekend (Jonker 1989, p. 28). Gedacht kan worden aan prenten met een verschillende iconografische traditie, zoals afbeeldingen van de drie koningen en de aanbidding der herders.
De doos als object is een combinatie van traditionele en moderne vormgeving. Traditioneel is de algehele vorm, een gedrongen doosje met deksel, op pootjes. Deze vorm is terug te vinden in veertiende-eeuwse Maaslandse objecten, en handhaaft zich tot in de achttiende eeuw. Eigentijds is de wijze waarop decoratieve en verhalende elementen zijn weergegeven: boven de ouderwetse leeuwtjes wordt de doos gedragen door een zware, fraai gedreven palmettenrand. Daarboven een scène uit Hieronymus' leven, gebaseerd op een modern ontwerp. De versiering op het deksel bestaat uit rolwerk met maskers en festoenen, zoals die veelvuldig in de Renaissance in het noorden zijn toegepast.
Zie voor een laat achttiende-eeuwse pyxis, in 1793 vervaardigd door Johannes Barend Feltrup: cat.nr. KB 1702. ( Bert Vreeken)
Exhibition text
De mis begint met gebeden, gezangen en lezingen, afgedrukt in het missale. Hierna volgt de offermis. De priester biedt het brood en de wijn aan God aan. Na het luiden van de bel consacreert hij het brood. Hij heft de hostie op en breekt deze in stukken. Dan consacreert hij de wijn en heft de wijnkelk in de hoogte. Het brood en de wijn zijn nu op deze wijze veranderd in het lichaam en bloed van Christus. Na het zingen van het ‘Onze Vader’ kust de priester de paxtafel. Vervolgens nuttigt hij de hostie en drinkt hij de wijn. Tot slot spoelt hij zijn vingers en zegent hij de gelovigen met de pateen.
Amsterdam Museum, verworven met steun van de Vereniging Rembrandt