Enkellange japon van naturelkleurig katoen (gaasdoek) bestaande uit een tuniek tot over de heupen, gezet op een mouwloos lijfje en rokgedeelte. De tuniek heeft een V-hals, aangeknipte halflange mouwen, een verhoogde taille en sluit schuin over elkaar: rechts over links. Langs de randen een afwerking van een smal sierbandje met een vierkant motief in blauw en wit. De onderkant van de tuniek is verzwaard met een loodveter. Aan de onderkant van de mouw is een geplooide dubbele strook stof gezet, waar op de overgang een blauw/wit sierbandje is genaaid.
Het mouwloze onderlijfje en de licht gerende rok sluiten met 12 metalen drukknopen. Bevestigd middenvoor van het lijfje en in de linkerzijnaad van de rok. De japon is niet gevoerd. Het ceintuur ontbreekt.
Dit model is geïnspireerd op de ' lampenkap tuniek' van Paul Poiret uit 1914.
Vanaf de late negentiende eeuw tot aan het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog in 1914 beleeft de rijke Europese bovenlaag jaren van overdaad en pracht en praal: "La belle Epoque". Tegelijkertijd begint de oude maatschappelijke orde te wankelen. De emancipatie van de vrouw neemt gaandeweg toe. In 1910 treedt in Parijs de Russische balletgroep van Sergei Diaghilew (1872-1929) op. De felgekleurde oosterse kostuums - ontworpen door Leon Bakst (1866-1924) - vormen het onderwerp van gesprek. Voor een van de meest geruchtmakende ontwerpers van die tijd, Paul Poiret (1879-1944), vormen ze een nieuwe inspiratiebron. Hij opent in 1906 zijn eigen modehuis in Parijs. Met zijn ontwerpen van tunieken en kimono's creëert hij een slank en soepel silhouet dat zijn oorsprong al in de Reformkleding heeft. Door Poiret wordt het tot algemene mode gemaakt. Pas als Frankrijk deze mode accepteert, wordt het ook elders mode. Het korset heeft in deze mode geen plaats. Vanaf deze tijd loopt het aantal vrouwen dat korsetten draagt dan ook snel terug. Poiret ontwerpt de bekende "lampenkaptuniek", een halflange tuniek met daaronder een smalle rok. Zijn ontwerpen zijn buitengewoon populair in Frankrijk en worden vervolgens in andere landen nagevolgd. Zo verschijnen er verschillende variaties op zijn modellen. Een voorbeeld daarvan is deze witte tuniek met rok. Het silhouet is naar onder toe smal, de stof valt soepel om het lichaam. Slechts een eenvoudige garnering zorgt voor versiering. De nieuwe lage V-hals zorgt in het begin voor veel kritiek, maar is sindsdien niet meer weg te denken uit het modebeeld. ( Annemarie den Dekker)
Amsterdam Museum
Onderzoek naar en fotografie van de 18e- en 19e-eeuwse kostuums van het Amsterdam Museum zijn mede mogelijk gemaakt door financiële steun van het Barbas- Van der Klaauw Fonds, het Netty van Doorn Fonds en het Prins Bernhard Cultuurfonds