In het Amsterdamse Burgerweeshuis konden kinderen van Amsterdamse poorters (burgers met rechten om in de stad te wonen) terecht, die geen ouders of een moeilijke thuissituatie hadden. Het algemene bestuur van het Burgerweeshuis was in handen van zes regenten en vier regentessen. Hoewel zij regelmatig in het weeshuis aanwezig waren, elk met eigen vergaderruimten in het gebouw, zullen vooral de regenten voor de kinderen beperkt in beeld zijn geweest. Het was dan ook voor een deel een prestigefunctie. In de regentenkamer hingen namenlijsten van de regenten en bestuurders van het Burgerweeshuis, ingezet in rijkelijk gedecoreerde wapenlijsten. Bovenaan de wapenlijst is een voorstelling van twee weesjongens te zien, die het symbool van het Burgerweeshuis (een duif binnen een stralenkrans) flankeren. Binnen de wapenlijst bevindt zich een contemporaine gecalligrafeerde namenlijst. ( Sarah Remmerts de Vries)

In de bekroning van de wapenlijst een voorstelling van twee weesjongens die het symbool van het Burgerweeshuis, een duif binnen een stralenkrans, flankeren. Het beeldhouwwwerk is een navolging van de wapenlijst uit 1737. Aan de lijst de wapens en naamlinten van de volgende regenten en bestuurders van het Burgerweeshuis (tussen haakjes hun ambtsperiodes): Gerbrand Faas Elias (1816-1864/65), Jacob Pieter Crommelin (1847-1873), Willem Blaauw (1849-1870), Lucas Max. Schouwenburg (1850-1877), Jacob Backer Jr. (1855-1900) en Cornelis Reinhart Vaillant (1861-1887). De wapenlijst, die een contemporaine gekalligrafeerde naamlijst bevat, hangt op zijn oorspronkelijke plaats op een penant in de regentenzaal van het voormalige Burgerweeshuis.