In het Amsterdamse Burgerweeshuis konden kinderen van Amsterdamse poorters (burgers met rechten om in de stad te wonen) terecht, die geen ouders of een moeilijke thuissituatie hadden. Het algemene bestuur van het Burgerweeshuis was in handen van zes regenten en vier regentessen. Hoewel zij regelmatig in het weeshuis aanwezig waren, elk met eigen vergaderruimten in het gebouw, zullen vooral de regenten voor de kinderen beperkt in beeld zijn geweest. Het was dan ook voor een deel een prestigefunctie. In de regentenkamer hingen namenlijsten van de regenten en bestuurders van het Burgerweeshuis, ingezet in rijkelijk gedecoreerde wapenlijsten. Bovenaan de wapenlijst is een voorstelling van twee weesjongens te zien, die het symbool van het Burgerweeshuis (een duif binnen een stralenkrans) flankeren. Binnen de wapenlijst bevindt zich een namenlijst van recenter datum. ( Sarah Remmerts de Vries)

Op de lijst zijn de wapenschilden van de regenten die in 1737 het college van regenten vormden van het Burgerweeshuis aangebracht. In de bekroning van de wapenlijst zijn twee weesjongens en een duif binnen een stralenkrans afgebeeld. Gasthuizen en weeshuizen werden ook wel godshuizen genoemd, omdat de zorg voor de behoeftige medemens een christelijke taak van naastenliefde was. De duif binnen de stralenkrans verwijst naar dit godsdienstige karakter van het Burgerweeshuis. De bewoners zijn vertegenwoordigd door twee weesjongens.

in de bekroning van de wapenlijst een voorstelling van twee weesjongens die het symbool van het Burgerweeshuis, een duif binnen een stralenkrans, flankeren. Het beeldhouwwerk is een navolging van de in 1725 door Ignatius van Logteren ontworpen bekroning voor het huis De Keizerskroon in de Kalverstraat. In de lijst, de wapens en naamlinten van de volgende regenten van het Burgerweeshuis (tussen haakjes hun ambtsperiodes): Gerard Rogge (1708-1748), Philips van der Giessen (1717-1757), Mr. Wigbolt Slicher (1720-1740), Abraham Pijll (1732-1759), Mr. Gerrit Hooft Danielsz. (1736-1738) en Mr. François de Witt (1736-1738).
Deze samenstelling van het college van regenten kwam in 1737 voor. In hetzelfde jaar ontving Jan van Logteren 122,10 gulden voor het snijden van de nieuwe wapenlijst der 'Heeren Regenten'. De lijst, die een gekalligrafeerde naamlijst van recentere datum bevat, hangt op zijn oorspronkelijke plaats op een penant in de regentenzaal van het voormalige Burgerweeshuis. Zie voor een nagenoeg identiek 19de-eeuws exemplaar KB 744.