Catalogue text
Michiel Servaesz. Nouts (1628-1693) was stadsmuzikant en klokkenist van het Stadhuis op de Dam. Hij liet zich in 1670 als zodanig portretteren door Lodewijk van der Helst, de zoon van de befaamde portretschilder Bartholomeus. Nouts is in halffiguur afgebeeld, de beschouwer aan kijkend, de linkerhand in de zijde en in zijn rechterhand een blaasinstrument. Rechts in de achtergrond is een deel van de voorgevel en de koepel van het stadhuis op de Dam zichtbaar.
Nouts stamde uit een familie van Delftse plateelschilders, die oorspronkelijk afkomstig uit Antwerpen waren. Hij begon zijn loopbaan als portretschilder, waarin hij getuige de enkele nog bekende portretten zeer bekwaam was. In 1656 verhuisde hij naar Amsterdam en verdiende de kost met het ‘speulen op bruyloften’ en bij zijn inschrijving als poorter in Amsterdam in 1657 noemde hij zich ‘musicant’. Hetzelfde jaar trouwde hij met Marretje Eduwards (? – 1665) uit Utrecht. Zijn ondertrouwakte tekende hij met Michiel Nouts. Vanaf 1659 noemde hij zich echter Nuyts, misschien om geassocieerd te worden met het Amsterdamse regentengeslacht van die naam.
In dat jaar werd hij ‘bequaem in de musicq’ tot ‘klokkenist vant Stadt-huys’ aangesteld. Klokkenisten ofwel beiaardiers waren in dienst van de stad en bespeelden en onderhielden het klokkenspel in de vele torens. In 1657 was het klokkenspel voor het stadhuis nog niet gereed en Nuyts moest tot die tijd toezien op het plaatsen van de ton en het klokkenspel. In 1664 werd dit door de beroemde klokkengieter Francois Hemony gegoten, maar het was pas twee jaar later speelklaar: in dat jaar ‘is goetgevonden dat een huysje gemaect sal werden voor het speelwerck opten Coepel vant Stadthuys’. De Stadhuiskoepel is in het portret rechts in de achtergrond afgebeeld. Nouts onderhield daarnaast ook de uurwerken van de toren in de Beurs en die van de Roodenpoorts-, Haringpakkers- en Montelbaanstoren. Vanaf 1659 was hij ook beiaardier van de Zuiderkerk.
Naast zijn werkzaamheden als klokkenist was Nouts een van de zes stadsspeellieden in dienst van de stad Amsterdam. Iedere morgen tussen elf en twaalf vermaakten deze stadsmuzikanten het volk met ‘verscheyden musikale stukken gespeelt op schuyf-trompet of bazuyn, kornet of kromhoren, tot vermaak der wandelende kooplieden en andere inwoonders en vreemdelingen, dat heel uytnemende vermakelyk is om aan te hooren’. Sinds de 16de eeuw verzorgden deze stadsspeelieden de muzikale omlijsting van bijzondere gelegenheden op het Stadhuis maar ook feestelijkheden elders. Zij hadden in ieder geval tot na 1655 een monopolie voor het spelen op bruiloften.
De fluit die Michiel Nouts vasthoudt is een cornet ofwel zink, een palmhouten lichtgebogen fluit met zes vingergaten. In het bezit van de Stad Amsterdam zijn vier van dergelijke fluiten overgeleverd die uit het stadhuis afkomstig zijn.
In 1669 hertrouwde Nouts met Gezina Gerritsdr Vos (ca. 1642-1693) uit Kampen. Uit dit huwelijk werden in ieder geval vier kinderen geboren, van wie twee dochters volwassen werden. In 1693 overleed Nouts en werd op 15 juli als ‘clockenspeelder van den Suydertoorn en stadtsmuzicant’ in de Zuiderkerk begraven. Een half jaar na zijn dood overleed ook Gezina Vos en omdat zij minderjarige kinderen naliet werd in november 1693 voor de Desolate Boedelkamer de inventaris opgemaakt. In de inventaris worden twee portretten door Lodewijk van der Helst genoemd als hangende 'in de beste kamer'. Misschien is een van de twee het voorliggende portret geweest, wat dan zou betekenen dat er een tegenhanger bij hoorde waarop zijn vrouw was geportretteerd. In de boedel worden verder allerlei muziekinstrumenten genoemd, zoals een klavechord, een klavecimbel en muziekboeken.
Misschien was het huwelijk met Gezina in 1669 de aanleiding geweest voor het portret van Michiel Nouts aan Lodewijk van der Helst. Lodewijk was de enige zoon van de portretschilder Bartholomeus van der Helst. Hij was bij zijn vader opgeleid en werkte vanaf 1664 als zelfstandig portrettist. Hij werkte in de stijl van zijn vader, hoewel minder kundig. Het portret van Nouts sluit aan bij de andere portretten van Lodewijk in deze tijd, waarbij de diagonaal geplaatste figuur, die iets naar achteren neigt, die de beschouwer indringend aankijkt. ( Judith van Gent)
Catalogue AHM 1975/'79
Het stuk werd vóór 1876 ten onrechte aangezien voor een portret van Jacob van Campen en als zodanig in prent gebracht; het heette ook wel een lid van het geslacht Hinlopen voor te stellen (tent. cat. 1876; De Vries).
In tent. cat. 1876 en door De Vries en Scheltema en in cat. tent. 1938 beschreven als een portret van Anthony Verbeek. Daze was van 1685 tot 1693 klokkenist van de Oudekerks en Regulierstoren. Scheurleer identificeerde de afgebeelde man als Michiel Servaesz Nouts. Deze werd in 1628 in Delft geboren en kwam in 1656 near Amsterdam, waar hii in 1659 werd aangesteld als klokkenist van de Stadhuiskoepel, die in de achtergrond zichtbaar is. Pas in 1665 kon hij deze functie vervullen: daarvóór had de koepel geen klokkespel. Nouts, die zich varaf 1665 Nuyts noemde (de naam van een Amsterdams regentengeslacht) behield de functie tot zijn dood in 1693. Van 1659 af was hij tevens klokkenist van de Zuiderkerks toren. Verder was hij één der "stadsspeellieden" en verzorgde hij het onderhoud van de uurwerken van de Beurs, de Jan Roodenpoorts , de Haringpakkers en Montelbaanstoren (naar: Scheurleer, blz. 38; A. Bredius, Schilders musicanten, in: Oud Holland 38, 1920, blz. 181, 232; vooral: Bijtelaar, blz. 148 157). Nouts is afgebeeld met in de hand een cornet (cat. tent. 1938) of een "cinq", een soort kromme hoorn met vijf gaatjes (Bijtelaar).
De Gelder wijst op de sterke verwantschap in houding en gebaar met een mansportret voorheen in de verzameling Semenov te Petersburg (foto op RKD), dat daar een zelfportret van Bartholomeus van der Helst heette. Hij wees deze titel en toeschrijving van de hand en veronderstelde dat dat stuk van dezelfde hand is als het onze. Er bestaat een anonieme, stellig 19de eeuwse litho naar ons stuk (exemplaar op RKD), die wellicht identiek is met de bovengenoemde prent. Zie ook onder cat.nr. 257. ( Albert Blankert)
Exhibition text
Nouts was beiaardier van het klokkenspel in de Stadhuiskoepel, die op de achtergrond is afgebeeld. Michiel Servaesz Nouts, geboren in Delft, kwam in 1656 naar Amsterdam. In 1659 werd hij benoemd tot beiaardier van de Zuiderkerkstoren en van de Stadhuiskoepel. Het Hemony-klokkenspel van het stadhuis was echter pas in 1665 speelklaar. Vanaf dat moment noemde Nouts zich Nuyts, misschien om geassociëerd te worden met het regentengeslacht van die naam. Nouts onderhield tevens de uurwerken van de toren in de Beurs en die van de Roodenpoorts-, Haringpakkers- en Montelbaanstoren. Lodewijk van der Helst was de zoon van de portretschilder Bartholomeus van der Helst. Hij werkte in de stijl van zijn vader.
Exhibition text
Michiel Servaesz. Nuyts werd in 1659 benoemd tot klokkenist voor het klokkenspel in de koepel van het stadhuis op de Dam. Hij kon deze functie pas in 1665 vervullen omdat toen pas het klokkenspel voor de koepel gereed kwam. Rechts op het schilderij is het stadhuis te zien.
Exhibition text
Michiel Servaesz Nouts, geboren in Delft, kwam in 1656 naar Amsterdam. In 1659 kreeg hij de benoeming tot beiaardier van de Zuiderkerkstoren en van de stadhuiskoepel. Het Hemonyklokkenspel van het stadhuis was echter pas in 1665 speelklaar. Vanaf dat moment noemde Nouts zich Nuyts, misschien om geassociëerd te worden met het regentengeslacht van die naam. Nouts onderhield tevens de uurwerken van de toren in de Beurs en die van de Roodenpoorts-, Haringpakkers- en Montelbaanstoren.