Op 1 maart keerde Napoleon uit Elba terug. Op 15 juni bevond hij zich al met honderddertigduizend geharde en ervaren soldaten in België. Op 16 juni verdreef hij de Pruisen bij Ligny en zond hij Ney met twintigduizend man vooruit om de Engelsen op afstand te houden tot zijn hoofdmacht hen zou hebben overvleugeld. Dit werd bij Quatre Bras verhinderd door de Nederlanders onder de prins van Oranje. Wellington kon zich terugtrekken naar Waterloo, waar op 18 juni Napoleons nederlaag het lot van Europa besliste. De slag begon in de middag en duurde met gelijk verlies en onzekere kansen tot vijf uur. Toen verschenen dertigduizend Pruisen onder Bülow. Zij werden gevolgd door het hoofdleger van Blücher, terwijl Napoleon tevergeefs op het legerkorps van Grouchy wachtte. Het Franse leger viel in een verwarde vlucht uiteen. Napoleon ontkwam nauwelijks aan zijn achtervolgers; zijn reiskoets viel hen in handen. Aan beide zijden kostte de strijd vijfentwintigduizend man. Onder de gewonden was ook de prins van Oranje, Hollands glorie. Hij werd een half uur voor het einde van de slag aan de linkerschouder getroffen. ( Dedalo G. Carasso)