Dit schilderij van Cornelis van der Voort is het vroegst bewaard gebleven groepsportret voor een liefdadige instelling in Amsterdam. Van het schilderij is een zeldzame notitie van de betaling van het portret in de archieven gevonden: “Op huiden den 10 November 1617 hebben de Regenten van dit gasthuis aan Meester Cornelis van der Voort (uijt haer eijgen beurs) betaalt voor het conterfijten van hun Personen elk vijftig guldens courant, ende aan Hans Hem voor het stoffeeren van de lijst, ieder drie guldens, maakt te samen drie honderd, en achttien guldens … ƒ 318:-. welke diend tot gedachtenisse van de nacomelingen en defensie voor de geenen die anders zouden mogen vermoeden.”
De regenten zijn door van der Voort rond een tafel gerangschikt, waarop zich boeken bevinden die de verhuur van huizen in de jaren 1617 en 1618 betreffen. Die boeken benadrukken de bestuurlijke taken van de regenten, evenals de zegels links op het schilderij. Hun liefdadigheid wordt benadrukt door het schilderij wat achter de doorgang te zien is. Daarop is de scene te zien waarin Christus de lamme geneest. ( Tom van der Molen)
Catalogue text
‘Op huiden den 10 November 1617 hebben de Regenten van dit gasthuis aan Meester Cornelis van der Voort (uijt haer eijgen beurs) betaalt voor het conterfijten van hun Personen elk vijftig guldens courant, ende aan Hans Hem voor het stoffeeren van de lijst, ieder drie guldens, maakt te samen drie honderd, en achttien guldens … ƒ 318:-. welke diend tot gedachtenisse van de nacomelingen en defensie voor de geenen die anders zouden mogen vermoeden.’ Deze notitie is een van de zeldzame vroege voorbeelden van een gedocumenteerde betaling voor een groepsportret. Tevens wordt gesteld dat de regenten van het Sint-Pieters- of Binnengasthuis hun portret zelf bij de kunstenaar afrekenden en dat het schilderij moest dienen ter herinnering aan dit college. Aangezien in de boeken op tafel – met daarin aantekeningen over de verhuur van huizen in eigendom van het Binnengasthuis – de jaartallen 1617 en 1618 voorkomen, wordt door sommigen aangenomen dat het schilderij pas in 1618 in de regentenkamer is opgehangen.
Dit vroegste gedateerde groepsportret voor een liefdadige instelling in Amsterdam, is voor zover bekend het enige schilderij van het Binnengasthuis gebleven. Het door Cornelis van der Voort geïntroduceerde compositieschema voor groepsportretten zou daarentegen in de volgende twee eeuwen dankbaar worden nagevolgd. De tafel vormt het centrale element; eromheen zijn de regenten afgebeeld in vergadering, terwijl ze door hun handelingen en attributen, verwijzen naar hun bestuurlijke taken. De geschilderde ruimte, die suggereert dat de mannen zich in de regentenkamer van het Binnengasthuis bevinden, wordt gedomineerd door een classicistische doorgang. Deze verschaft de compositie diepte, evenals de boekenplank links. De doorkijk naar de achtergrond biedt zicht op een schilderij met een voorstelling van Christus die de lamme geneest: een verwijzing naar de goede werken van de geportretteerde regenten. ( Norbert Middelkoop)
Catalogue Kopstukken 2002-'03
‘Op huiden den 10 November 1617 hebben de Regenten van dit gasthuis aan Meester Cornelis van der Voort (uijt haer eijgen beurs) betaalt voor het conterfijten van hun Personen elk vijftig guldens courant, ende aan Hans Hem voor het stoffeeren van de lijst, ieder drie guldens, maakt te samen drie honderd, en achttien guldens … ƒ 318:-. welke diend tot gedachtenisse van de nacomelingen en defensie voor de geenen die anders zouden mogen vermoeden.’ Deze notitie is een van de zeldzame vroege voorbeelden van een gedocumenteerde betaling voor een groepsportret. Aangezien in de boeken op tafel betalingen voorkomen uit zowel 1617 als 1618, wordt aangenomen dat het schilderij in 1618 is afgeleverd. Het hing oorspronkelijk in de regentenkamer van het Sint-Pieters- of Binnengasthuis en verliet de oorspronkelijke locatie pas in 1877, toen het naar het stadhuis werd verplaatst. Bij de restauratie in 1918 kwam het monogram van de schilder tevoorschijn.
Cornelis van der Voort was afkomstig uit Antwerpen en woonde vanaf 1592 in Amsterdam. Met dit schilderij, het vroegste gedateerde groepsportret voor een liefdadige instelling in Amsterdam, introduceerde hij een compositieschema voor groepsportretten waarvan in de daarop volgende twee eeuwen dankbaar gebruik zou worden gemaakt. De zes regenten zijn in vergadering bijeen. De tafel vormt het centrale element; eromheen zitten en staan de regenten die, met hun handelingen en attributen, verwijzen naar hun bestuurlijke taken. De geschilderde ruimte, die suggereert dat de mannen zich in de regentenkamer van het Binnengasthuis bevinden, wordt gedomineerd door een classicistische doorgang. Deze verschaft de compositie diepte, evenals de boekenplank links. De doorkijk naar de achtergrond biedt zicht op een schilderij met een voorstelling van Christus die de lamme geneest: een verwijzing naar de goede werken van de geportretteerde regenten. ( Norbert Middelkoop)
Catalogue AHM 1975/'79
Het links op de tafel liggende boek heeft op de linker bladzijde de tekst: "167 Gansoort Westzijde / 133 Een huys gheteeckend No. 21 / Den 30 December 1617 verhuert aan .. / koeck den tyt van een Jaer voor twee / hondert gulden jnghaende May 1618." Op de rechter bladzijde: "November 1617 en / May 1618 is ontfangen van Jan Jansen de 10 Ju.. 200." Het boek rechts heeft: "Warmoesstraat / .. Gulden sjaars / .. May blijckende uijt / Ma.. van dien" (?) Het briefje in de hand van de staande regent links geeft, zover zijn duim het niet bedekt, het volgende te lezen: "Den / Voersien(igen Heere) / Pieter G(..) / coqs / Amst(erdam)". (Alle teksten naar Six 1918; het schilderij is zo sterk gesleten, dat nu vrijwel niets meer leesbaar is.)
Op de achtergrond een grisaille met de door Christus genezen zieke, die zijn bed opneemt. Het onderschrift geeft de bijbelplaats: "Joannis int 5 Ca het 8.v.". Hellinga's suggestie dat het hier om een deel van de door Dirck Barendsz voor het Binnengasthuis geschilderde Zeven Werken van Barmhartigheid zou gaan, lijkt dan ook niet juist. (Hellinga 1927; Barendsz' panelen worden genoemd door Mander 1604, fol. 259 v., maar zijn niet meer bekend).
Veder beschreef een in de achttiende eeuw geschreven extract van de Notulenboeken van het Gasthuis. Hierin komt een besluit voor van 10 november 1617, waarin vermeld wordt dat de regenten elk vijftig gulden hebben betaald voor hun portret door Cornelis van der Voort en nog drie gulden elk voor de lijst, "welke dient tot gedachtenissen van de nacomelingen en defensie voor degeene, die anders zouden mogen vermoeden". Van der Voort heeft voor ons schilderij dus driehonderd gulden ontvangen.
Regenten in het jaar 1617 waren: Corn. Jsz. Geelvink, Lambert Pietersz., Ysbrandt Harmensz., Pieter Egbertsz. Vink, Dirk Wuytiers en links Warnar Ernst van Bassen, die de functie van schrijver vervulde (Six 1887). De comptoirknecht geheel rechts is Jacob Nittert (Hellinga 1927; volgens de inventariskaart: Jacob Uittert).
Wagenaar noemt dit "oud Regenten-gezelschap" in zijn beschrijving van de Regentenkamer van het St. Pietersgasthuis, maar deelt er verder niets over mee.
Dit schilderij heeft klaarblijkelijk geen traditie op gang kunnen brengen, want nadien hebben regenten van het gasthuis nimmer meer een groepsportret laten maken. ( Rob Ruurs)
De zes regenten van het Sint Pieters- of Binnengasthuis zijn in vergadering bijeen. Het schilderij, dat oorspronkelijk in de regentenkamer van dit oude Amsterdamse ziekenhuis hing, is het vroegst bekende groepsportret voor een liefdadige instelling.
Cornelis van der Voort was afkomstig uit Antwerpen en woonde sinds 1592 in Amsterdam. In dit schilderij introduceerde hij een dankbaar compositieschema voor groepsportretten. De tafel vormt het centrale element; eromheen zitten en staan de regenten, die met hun handelingen en attributen verwijzen naar hun bestuurlijke taken.
De geschilderde ruimte suggereert dat de mannen zich in de regentenkamer van het Binnengasthuis bevinden. Een doorkijk naar de achtergrond geeft uitzicht op een schilderij met een voorstelling van Christus die de lamme geneest, een verwijzing naar de goede werken van de geportretteerde regenten. Uit overgeleverde bronnen is bekend dat de regenten per persoon Hfl. 50,- aan de schilder betaalden en Hfl. 3,- aan de lijstenmaker.
Geheel links zit Warnar Ernst van Bassen (1581-1630), schrijver. De drie staande regenten zijn Lambert Pietersz, Ysbrandt Harmensz, Dirk Govertsz Wuytiers (1589-na 1654). Pieter Egbertsz Vinck (1568-1637) is waarschijnlijk de man achter de tafel, de oude Cornelis Jansz Geelvink (1544-1624) de zittende man rechts. De knecht is Jacob Uittert. (Nittert?) ( Norbert Middelkoop)
Exhibition text
De zes regenten van het Sint Pieters- of Binnengasthuis zijn in vergadering bijeen. Het schilderij, dat oorspronkelijk in de regentenkamer van dit oude Amsterdamse ziekenhuis hing, is het vroegst bekende groepsportret voor een liefdadige instelling.
Cornelis van der Voort was afkomstig uit Antwerpen en woonde sinds 1592 in Amsterdam. In dit schilderij introduceerde hij een dankbaar compositieschema voor groepsportretten. De tafel vormt het centrale element; eromheen zitten en staan de regenten, die met hun handelingen en attributen verwijzen naar hun bestuurlijke taken.
De geschilderde ruimte suggereert dat de mannen zich in de regentenkamer van het Binnengasthuis bevinden. Een doorkijk naar de achtergrond geeft uitzicht op een schilderij met een voorstelling van Christus die de lamme geneest: een verwijzing naar de goede werken van de geportretteerde regenten. Uit overgeleverde bronnen is bekend dat de regenten per persoon Hfl. 50,- aan de schilder betaalden en Hfl. 3,- aan de lijstenmaker.
Exhibition text
Cornelis van der Voort schildert het allereerste Hollandse regentenstuk; het is bestemd voor het Amsterdamse ziekenhuis. Hij groepeert de heren slim rond de tafel, zodat hun bestuurlijke vaardigheden goed uitkomen. Samen betalen ze 318 gulden (zo’n 4.500 hedendaagse euro’s) voor het schilderij en de lijst. Gewone Amsterdammers kunnen zo´n portret niet betalen. Hun inkomen gaat grotendeels op aan voedsel en huisvesting.