Landschap met een herder die een praatje maakt met twee melkmeiden, de koeien en schapen liggen bij de oever van een plas. Rechts bij een schutting staan melkbussen en emmers. Links twee mannen met hengels in een roeibootje. Op de achtergrond hoge bomen. Het schilderij staat ook bekend onder de naam 'Het testament van Van Strij'
Origin
...; veiling, Pieter van den Santheuvel et al. [gedeelte de kunstenaar], Dordrecht (A.H. Hart), 24 april 1816, nr. 63 ('breed 34 «, hoog 26 « duim [ca. 88 x 69 cm] Landschap. Op den voorgrond gestoffeerd met liggend en staande Rundvee, Schapen, en eenige Figuren; ter zijde in het water ligt een Schuitje met twee Visschers, waar een Hond tegen staat te blaffen. Dit [.] Schilderij is het laatste van dezen meester; door den dood verrast, heeft hij het niet geheel kunnen voleindigen. ["]"), fl 620 aan Lamme [GPI, N-273; expl. RKD];"; veiling, C. Bernet, Rotterdam (Lamme), 20 juni 1833, nr. 89 ('Een boomrijk Landschap, de voorgrond is gestoffeerd met liggende en staande koebeesten en schapen waarbij eenige rustende landlieden zitten, terzijden in het water eene schuit waarin twee visschers zijn, daar een hond tegen staat te baffen; [...] het laatste werk van dezen verdienstelijken meester [...]. Pan., h. 67 d. br. 89 d. [67 x 89 cm]"), fl 800 [expl. RKD];...; collectie, Lambertus Vincentius Ledeboer (1795-1891), Rotterdam; van hem, fl 1700, gekocht door de kunsthandelaar Gerrit de Vries voor Adriaan van der Hoop, 1841 [Lijst, p. 29, nr. 201]; nagelaten aan de Stad Amsterdam, 1854, in vruchtgebruik bij zijn weduwe Dieuwke Fontein (1800-1879) [Taxatie, p. 9, nr. 201, fl 750]; Museum Van der Hoop, 1880-1885; in bruikleen aan het Rijksmuseum, 1885.
‘Het testament van van Strij’, zo noemde Adriaan van der Hoop dit schilderij in zijn inventarislijst. Hij beschouwde het als een van de beste werken van de kunstenaar, in het jaar van diens dood geschilderd. Van der Hoop kocht het 1841 voor 1700 gulden. De Dordtse schilder Jacob van Strij werkte in de 17de-eeuwse traditie van Aelbert Cuyp. In zijn jonge jaren imiteerde hij zijn stadgenoot zozeer dat men wel spreekt van pastiches. Later ontwikkelde hij een meer eigen, romantische stijl. ( Norbert Middelkoop)