opschrift rechts van het hoofd: CARTESIVS
: de Latijnse naam van Descartes
aankoop 1964-03
inv.nr. SA 22659 in depot
Portret tot borsthoogte van een man van middelbare leeftijd, driekwart naar links. Hij draagt een donkere, gesloten schoudermantel, waarboven een gladde, vierkante tot aan de kin reikende witte kraag. Hij heeft lang donkerbruin haar, ver op de schouders, een brede, tot voorbij de mondhoeken reikende kort geknipte snor, wat haar op het bovendeel van de kin en zeer lange, donkere wenkbrauwen. Zijn gelaatskleur is okerachtig, met een rode prononcering rond de neus en met grove rode lippen. De intelligente bruine ogen onder de diephangende oogleden zijn op de beschouwer gericht. Gezicht en kraag lichten op uit de grauwgroene donkere achtergrond.
Origin
Aankoop op veiling Katz (Dieren), Amsterdam (P. Brandt), 17 maart 1964, nr. 48, als Haarlemse school
Ik denk, dus ik ben ‘Cogito ergo sum’: gevleugelde woorden van René Descartes (1595-1650), hier geportretteerd onder zijn Latijnse naam Cartesius. De Franse filosoof en wiskundige schreef zijn belangrijkste werken in Nederland. Van 1629 tot 1635 woonde hij in Amsterdam. ( Laura van Hasselt)
Catalogue AHM 1975/'79
Rechts van het hoofd: "CARTESIUS" (de Latijnse naam van Descartes). Oude kopie naar het middendeel van een prent die, blijkens het onderschrift, Descartes voorstelt en door I. Suijderhoeff naar een schilderij van F. Hals gegraveerd werd (HOLLSTEIN VIII, blz. 217, nr. (39) 65; Slive, op. cit. I, fig. 165). Er bestaan veel geschilderde exemplaren, o.a. één te Kopenhagen, dat door Slive als het enige eigenhandige wordt beschouwd (Slive, op. cit. I, blz. 164 e.v., fig. 166-168; II, pl. 264; III, blz. 89, cat.nr. 175; met nadere gegevens o.a. over andere portretten van Descartes).
De wijsgeer René Descartes (1595-1650) kwam in 1618 naar ons land en verbleef van 1629 tot 1635 meestal in Amsterdam, waar hij o.a. woonde in het huis dat nu Westermarkt 6 is. In een brief schreef Descartes over de Republiek: "Quel autre pays du monde où l'on puisse jouyr d'une liberté si entière?" (naar cat. tent. 1964/65). ( Albert Blankert)