Jonge man tot dijhoogte, met lang zwart golvend haar tot op het middel vallend, in pompeuze, groene, goud geborduurde dracht, gelijkend op een in stof uitgevoerd harnas. Onder de halve mouw komt kant, dat het grootste deel van de onderarmen vrij laat. Vrouwelijk van lijn, houding en molligheid en door de kleine handen, waarvan de rechter met de rug op de heup steunt en de linker een betogend gebaar maakt. Draperieachtige achtergrond.
Origin
Bruikleen Backer Stichting, 1969 (geschonken door Jhr. F.J.E. van Lennep); Verzameling Jhr.mr. C.H. Backer, Amsterdam; bruikleen van de Backer Stichting, Amsterdam, 1963
Mr. Jan Cornelisz. Backer (1662 1748) was Raad van 1705 tot zijn dood, schepen in 1692 en Hoofdschout van 1726 tot 1736. Van 1702 tot 1726 was hij in functie als Raad ter Admiraliteit van Zeeland. Hij huwde in 1687 met Anna Catharina ten Grootenhuys (1690 1740) (zie: ELIAS II, blz. 679). Moes vermeldt dat zijn stellig dit portret in 1738 werd geschilderd. Dat kan niet juist zijn, omdat de afgebeelde man veel jonger is dan 76 jaar. Hij heeft zich in krijgscostuum laten afbeelden. ( Albert Blankert)