Catalogue drawings AHM 1999
In het schetsboekje komen veel topografische tekeningen voor, gemaakt aan de stadsrand en in de omgeving van Amsterdam. De schetsen kwamen gedurende de jaren 1739-1742 tot stand, vooral in de lente en in de zomer. Ruijter tekende Amsterdamse stadspoorten, zoals de Weesper-, de Leidse-, de Utrechtse- en de Muiderpoort. Hij bezocht onder meer de dorpen Sloten, Amstelveen en Diemen. In Buiksloot tekende hij de tuin van Tonij, waar men een Vissie eet.
Naast topografische gezichten maakte Ruijter in dit boekje schetsen ge‹nspireerd op prenten en tekeningen van andere kunstenaars. De schets van twee mannen, van wie de ene tekent en de ander omkijkt, kopieerde hij naar een detail van een zwartekunstprent, die is toegeschreven aan Wallerant Vaillant (1623-1677). De tekening van een reiziger met een opgeheven arm nam hij over van een prent door Casper Luyken (1672-1708) (afb. a).0 Het groepje uilen is duidelijk ge‹nspireerd op een prent door Pieter Boel (1622-1674).1 Voor de schets met de verklede apen in de kapperszaak gebruikte hij vermoedelijk een prent door Quirinus Boel (1620-1668) naar David Teniers de Jongere (1610-1690).2
Ruijter noteerde ook nieuwsberichten en curieuze gebeurtenissen in zijn schetsboekje. Zo schrijft hij over de strenge vorst in januari 1740, die voortduurde tot in maart, en over een ongewoon zware heilbot, die op 6 maart 1740 op de vismarkt in Amsterdam lag.
Het schetsboek in het Gemeentearchief, dat zeer vergelijkbaar is met het exemplaar in het AHM, gebruikte Ruijter in de jaren 1726-1739. Uit anekdotes, die hij daarin schreef, blijkt dat Jan Goeree een vriend van hem was. Hij beschrijft bijvoorbeeld een tochtje naar Sloten, dat hij samen met Jan Goeree had gemaakt op 11 juli 1726. Ze hadden toen voor meer dan vier gulden besteed aan vis en drank.5 ( Ingrid Oud)