signatuur midden op de voet van de lantaarnpaal: C Troost
merk verso, links onderaan: Museum Fodor
: Lugt 1036
watermerk: contramerk IV
legaat 1860-12-24
inv.nr. TA 10329 in depot
Origin
Veiling H. van Eyl Sluyter, Amsterdam, 26 september 1814, Kunstboek P, nr. 17: 'Twaalf stuks, voorstellende de twaalf Maanden des Jaars, op eene geestige wijze verbeeld door dagelijksche voorvallen in het Burgelijke leven. Met pen en o.i. inkt door C. Troost.' (f 48,- aan Roos); (?) Veiling J.G. Baron Verstolk van Soelen, Amsterdam, 22 maart 1847, Kunstboek T, nr. 615: 'Corneille Troost. Cinque dessins burlesques, savoir: de la fête des Rois, du premier Mai, ou le jour de déménagement; du premier Avril; du mois de Mars; et du mois de Février, ou du Mardi gras.' (f 200,- aan Brondgeest); Collectie C.J. Fodor, legaat 1860
Op 11 november, het feest van Sint-Maarten, werden in alle grote steden 's avonds vuren op straat gestookt. Het feest was vooral bedoeld voor de armen en voor de kinderen. Het stadsbestuur gaf de armen te eten en de kinderen gingen rond om appels, kastanjes en noten in te zamelen, die boven het vuur werden geroosterd. Dergelijke Sint-Maartensvuren heeft Troost afgebeeld voor de maand November. Het tafereel rechts op de voorgrond is een verbeelding van de gierigaard die niets wil geven, zoals hij ook nu nog voorkomt in Sint-Maartensliedjes die door de kinderen worden gezongen.
De gebouwen op de tekening zijn weergegeven met langs een lineaal getrokken lijnen, waardoor het geheel een strak uiterlijk krijgt alsof het een toneeldecor is. ( Leonoor van Oosterzee)