De tekening maakt deel uit van een reeks die de vijf zintuigen verbeeldt. Series van tekeningen met een leerrijk thema of een morele strekking, zoals de jaargetijden en de deugden, waren al sinds de Middeleeuwen populair. De bloem symboliseert gewoonlijk het zintuig van de reuk. Langendijk heeft in deze tekening een originele invulling gegeven aan dit thema, door een eigentijdse bloemenmarkt af te beelden. Overal op de markt staan mensen - arm en rijk, groot en klein - aan bloemen te ruiken. ( Bert Vreeken)
Catalogus tekeningen AHM 1999
Dirk Langendijk (1748-1805) was een Rotterdams kunstenaar. Hij werd van kinds af aan onderwezen in de tekenkunst, en legde zich voornamelijk toe op het tekenen van oorlogsscenes. In zijn latere jaren ging hij ook af en toe met olieverf op doek schilderen, maar omdat hij voornamelijk populair bleek onder liefhebbers van de tekenkunst is hij altijd het meest blijven tekenen. De slagen die hij op zijn tekeningen weergaf werden door belangrijke verzamelaars aangekocht, waardoor Langendijk steeds meer roem verkreeg. Buiten oorlogstaferelen tekende hij ook series, van bijvoorbeeld de jaargetijden of de verschillende leeftijden van de mens.
Dirk Langendijk, voornamelijk bekend om zijn oorlogstaferelen, waagde zich af en toe ook aan wat minder gruwelijke onderwerpskeuzes. Rond 1800 tekende hij verscheidene series, waaronder die van de maanden van het jaar, de jaargetijden, de leeftijden van de mens en de vier elementen. Deze vijf tekeningen vormen samen zo’n serie: die van de vijf zintuigen (TA 10653-7). De vijf tekeningen vormen duidelijk een set, aangezien ze elk op een bijna identiek formaat zijn getekend (ca. 135 x 200 mm), met dezelfde materialen en met allemaal dezelfde kaderlijn. Ook is elk van de tekeningen gedateerd en gesigneerd: elk van de tekeningen is gemaakt in 1799, behalve die van de reuk – die tekende Langendijk in 1800. Dergelijke allegorische scènes en reeksen werden al gemaakt sinds de middeleeuwen, als ‘leerrijke reeksen’: moraliserende werken, die de toeschouwer bepaalde waarden of wijsheden dienden bij te brengen. Rond het eind van de achttiende – en het begin van de negentiende eeuw waren zulke reeksen populair onder verzamelaars, wat zal verklaren waarom Langendijk ze maakte. “De vijf zintuigen” genoten echter over het algemeen minder populariteit dan andere reeksen, zoals die van de twaalf maanden.
Deze tekening, net als de andere vier zintuigen in Langendijks reeks voorzien van het “inv” dat aangeeft dat hij de voorstelling zelf invenit, verzon, is een jaar later gedateerd dan de andere vier. Dit kan erop wijzen dat hij aan zijn reeks werkte rond de jaarwisseling, en net daarna aan De reuk toekwam, of simpelweg op het feit dat hij niet continu aan dezelfde tekeningenreeks werkte.
Op de kleine maar gedetailleerde inkttekening is een bloemenmarkt te zien, waarop mannen, vrouwen en kinderen rondlopen. Het spreekt voor zich dat de bloemenmarkt een allegorie is voor de reukzin. Als de aanwezigheid van de bloemen dit niet duidelijk zou maken, zouden de elkaar besnuffelende honden rechts onderin dat wel doen, of de kinderen die links aan een bloem ruiken. Ook de vermoedelijke eigenaar van de honden, een man met stok en hoge hoed, houdt een bloem bij zijn neus. Gezien het voor Langendijk karakteristieke detail van de tekening is een deel van de planten te herkennen; helemaal rechts staan bijvoorbeeld twee zonnebloemen, en de tweede verkoper links toont trots een exotische ananasplant.
Net als op zijn andere werken in deze reeks houdt Langendijk zich niet strak vast aan de traditionele verbeeldingen van de zintuigen. Waar de reuk doorgaans wel wordt vertaald door bloemen, is het in de kunstgeschiedenis veel traditioneler om deze in een tuin te tonen, of in de hand van een bevallige vrouw. Door de bloemenmarkt als onderwerp te kiezen, en deze te bevolken met contemporain geklede burgers, plaatst Langendijk zijn voorstelling stellig in het heden.
Op elk van de werken in deze reeks speelt Langendijk met de balans tussen traditie en moderniteit. De zintuigenreeks was een bekend concept, en door elementen van zeventiende-eeuwse versies in zijn eigen reeks op te nemen geeft Langendijk als het ware een knipoog naar de traditie. Toch houdt hij zijn eigen versie eigentijds, door contemporaine scènes met duidelijk achttiende-eeuwse stilistische elementen neer te zetten. ( Nina Reid)