Als een van de weinigen van haar generatie zangers had Cato Engelen-Sewing een muzikale achtergrond. Zij volgde een opleiding aan het Haagse Conservatorium, waar ij piano en zang studeerde. In 1890 maakte zij haar debuut als Maritana in Don Cesar de Bazon van Massenet bij de Nederlandsche Opera, toen onderleiding van Jan de Groot en Cornelis van der Linden. Na dit succes werd zij een van de beroemdste coloratuurzangeressen van ons land. Tot op ver gevorderde leeftijd verwierf zij grote faam, met name in de hoofdstad. Haar beste rollen waren die van koningin van de nacht in Mozarts Zauberflöte , Philine in Mignon van Thomas, en Marguerite in Gounods Faust. Ook zong zij met groot succes een aantal hoofdrollen in opera’s van Wagner waaronder Elsa in Lohengrin en Elisabeth in Tannhäuser en de titelrol in Verdi’s Aïda. Zij had een groot technisch stemvermogen. Meermalen is haar Italiaanse zangtechniek vergeleken met het zangfenomeen Maria Callas. Een bewonderaar schreef op haar vijfenzeventigste verjaardag: “Wanneer zij in het Paleis voor Volksvlijt had gezongen, lagen er ’s morgens doode vogels in de boschjes, die ge daar vindt. De arme dieren hadden zelfmoord gepleegd, wijl zij niet de schoonheid van coloratuur konden benaderen.” In 1915 brak Van Engelen-Sewing haar zangcarrière af om zich geheel aan lesgeven te wijden. ( Liesbeth van Stekelenburg)

Aangeboden ter gelegenheid van haar zilveren jubileum. ( Mieke van der Wal)