toetssteek achterzijde steel (KB 2343.1 en KB 2343.2)
stadskeur: Amsterdam
: stadswapen
gehalteteken: Hollandse leeuw
jaarletter: Y: jaarletter Y
: jaarletter Y = 1758
meesterteken: gewicht: meesterteken gewicht = Jan Diederik Pont
: Bron: Voet 1912, nr 292-294; Citroen 1975, nr 716.
bruikleen 1989
inv.nr. KB 2343.2 in depot
Visschep met gefacetteerde steel verbonden met ovaal blad dwars op de steel, aan de achterzijde dubbel lof. Steel met twee geprofileerde banden, de kop met opgelegd rocailleornament. Blad opengewerkt met drie verschillende soorten gegraveerde vissen omgeven door symmetrische bladvoluten, binnen gladde omranding. Schelpmotief bij aanzet steel. Op achterzijde steel is een duif in een stralenkrans gegraveerd, symbool van de Heilige Geest en embleem van het Burgerweeshuis te Amsterdam.
Origin
Vervaardigd voor het Burgerweeshuis, Amsterdam, 1758; bruikleen van het Sociaal-agogisch Centrum het Burgerweeshuis, Amsterdam, 1989
Beide visscheppen maakten deel uit van een grotere bestelling die de regenten van het Burgerweeshuis in 1758 en 1759 bij verschillende Amsterdamse zilversmeden deden. Vervolgens voorzag de graveur Jan Dilhoff al deze voorwerpen van het embleem van het Burgerweeshuis, een duif in een stralenkrans. Volgens de bewaard gebleven rekening kostte het graveren van de twee 'vischspaanen' tien stuivers per stuk (Baarsen 2001, p. 144 nr. 63). Zie het commentaar bij cat.nr. KB 2332.
Willem Pont, de zoon van Jan Diederik, maakte gebruik van dit model visschep van zijn vader, van wie een nagenoeg identiek exemplaar uit 1771 bekend is (De Lorm 2001~2, p. 405 nr. 286).
Hollandse visscheppen uit het midden van de achttiende eeuw hebben vrijwel zonder uitzondering een lange steel en een opengewerkt ovaal blad. Het schepgedeelte is veelal versierd met één of meer naturalistisch uitgezaagde en gegraveerde zoetwatervissen die toen werden geconsumeerd. Dit type visschep werd door verschillende Amsterdamse zilversmeden vervaardigd en werden ook in andere steden gemaakt (De Lorm 2001~2, p. 405 nr. 286). Tussen zilversmeden onderling bestond een levendige handel in los gegoten ornamenten die vervolgens aan de steel werden gesoldeerd.
Later in de achttiende eeuw maakte de versiering met vissen plaats voor de neo-classicistische decoratiemotieven van de Lodewijk XVI-stijl (cat.nr. KA 19510). In de negentiende eeuw kwam een type visschep met een asymmetrisch blad op (cat.nr. KA 17991, KA 20819). ( Bert Vreeken)