stadskeur onderzijde steel: stadskeur Amsterdam met stadswapen Amsterdam
gehalteteken onderzijde steel: Hollandse leeuw
jaarletter onderzijde steel: S: jaarletter S
: jaarletter S=1752
meesterteken onderzijde steel: MW: meesterteken met letters M W aan weerszijden van eend in ovaal
: bron: Citroen 1975, nr. 696/meesterteken MW=Matthijs Woortman (1716 [1744] -1799)
opschrift onderzijde alle stelen: DIACH: monogram met initialen DIACH, in verschillende uitvoeringen
: DIACH= afkorting voor Diaconie Corvershof
aankoop 1994-11-30
inv.nr. KA 19522.17 in depot
Tafellepel, rechte steel met middenribbe en ronde opstaande kop, ovale lepelbak en dubbel Amsterdams lof. Op onderzijde van steel is een monogram gegraveerd met de initialen: DIACH/, de afkorting van Diaconie Corvershof.
Origin
Diaconie Corvershof, Amsterdam; veiling Glerum, Den Haag, 28-11-1994, nr. 205-216; geschenk van de Diaconie der Hervormde Gemeente, Amsterdam, 1994
Het Diaconie Corvershof (1723) aan de Nieuwe Herengracht 6-18 (huidige nummering) werd gebouwd met geld van het jong en kinderloos overleden echtpaar Corver-Trip. Deze stichting van de Diaconie der Nederduits Gereformeerde (later: Hervormde) Gemeente diende oorspronkelijk tot huisvesting van bejaarde kinderloze echtparen. Het bestuur werd gevormd door een college van regenten/diakenen. Bij speciale gebeurtenissen gebruikte men gezamenlijk de maaltijd in de bestuurskamer van het hof. Tot het zilveren eetgerei dat men daarbij placht te gebruiken behoorden ook de in dit catalogusnummer besproken tafelcouverts.
Vermoedelijk schaften de bestuurderen van het Corvershof de lepels en vorken voor eigen rekening aan, echter zonder hierop hun naam en het jaar van hun verkiezing op te laten graveren. Dit in tegenstelling tot de diakenen en diaconessen van het naastgelegen Diaconie Oude Vrouwenhuis, die hun couverts en messen wel van gegraveerde inscripties voorzagen (cat.nr. KA 19519 e.v.).
Grootse festiviteiten van het Corvershof werden in de kerkzaal van het Diaconie Oude Vrouwenhuis gevierd. Zo werd daar op 23 juli 1823 ter gelegenheid van het eerste eeuwfeest een 'plechtig dinee' aangericht, waartoe men een tafel met 92 couverts in gereedheid had gebracht (Paans 1923, p. 58). Het hiertoe benodigde zilverwerk zal voor het grootste gedeelte zijn gehuurd. Zie Inleiding Vreeken, p. xx. ( Bert Vreeken)