De verfspatten op dit brilletje komen van het zakje waterverf dat Sjaak Vrugt op 2 februari 2002 naar de Gouden Koets met Willem-Alexander en Máxima gooide. Hij droeg een T-shirt met opschrift ‘Minima betalen voor Maxima’. Op die dag hadden actievoerders het Amsterdamse Koningsplein omgedoopt tot het ‘Witte Plein’ uit protest tegen het huwelijk van Willem-Alexander en Máxima Zorreguieta, dochter van een minister onder de Argentijnse dictator Videla. Wit is de kleur van de Dwaze Moeders in Argentinië. In het comité het Witte Plein zaten onder andere de Jonge Socialisten, het Latijns Amerika Centrum, Amsterdam Anders en het Nieuw Republikeins Genootschap.
Toen de gouden koets voorbijkwam deed Sjaak Vrugt, een van de honderden demonstranten op het plein, een greep in zijn tas en haalde een tevoren met witte verf gevuld boterhamzakje tevoorschijn. Hij trof de Gouden Koets en werd meteen afgevoerd door politieagenten. In zijn verweer voor de rechtbank verklaarde Sjaak dat hij met de ‘bevlekking’ van de Gouden Koets een beeld in de media wilde creëren als tegenwicht tegen het sprookjeshuwelijk. Het televisiebeeld van de palfrenier die de verf haastig van het raam van de koets veegde, werd net zo’n icoon voor het huwelijk als de traan van Máxima in de kerk. Vrugt koos de gouden koets als doelwit omdat deze ‘het symbool is voor de gouden kooi waarin de Oranjes gevangen zitten’. Hij had bezwaar tegen de verbintenis van het Huis van Oranje met een fout regime, de kosten van het feest en de aantasting van de privacy van de mensen die langs de route van de stoet woonden. Vrugt en andere actievoerders stoorden zich aan de voorkeursbehandeling van Máxima die zeer snel een verblijfsvergunning kreeg, terwijl andere immigranten daar soms jaren (vruchteloos) op moeten wachten. Michiel Pestman, advocaat van de WitWaterWerper, zoals Vrugt zichzelf noemde, voerde als verdediging aan dat zijn cliënt niet de personen, maar het instituut monarchie wilde kritiseren. De officier van justitie meende dat Vrugt met zijn worp het prinselijk paar opzettelijk heeft beledigd. Hij had met zijn actie ‘een smet’ geworpen op de huwelijksdag en het imago van Nederland beschadigd.
In de collectie van het Politiemuseum bevindt zich een leren jack met verfspatten, gedragen door agent Erik Versteegen uit Harderwijk, die op 2 februari 2002 gedetacheerd was in Amsterdam. Het brilletje en het T-shirt zijn door Sjaak Vrugt geschonken aan het Amsterdam Museum.
“Voor mij was van belang slechts het instituut monarchie, bij uitstek belichaamd door de gouden koets, symbolisch aan te vallen. En juist niet de personen die in die gouden kooi ‘gevangen’ zitten. Hoe beledigend, hoe mensonwaardig, kunnen we het immers ook opvatten dat deze mensen, uitsluitend door hun afkomst, genoodzaakt zijn tot een dergelijk middeleeuws volksvermaak te dienen?” (Sjaak Vrugt, Verweer in hoger beroep, 8 september 2003). ( Annemarie de Wildt)