grootste lengte: 80 cm; grootste breedte: 121 cm; lengte: 24 cm; taillebreedte: 44 cm; schouderbreedte: 25 cm;
aankoop 1966-10-12
inv.nr. KA 13113.2 in depot
Lijfje van Empire japon van katoenen batist (mousseline) met een strooimotief van gestileerde bloemknoppen met blaadjes. Het motief is met de hand erop geborduurd en heeft opengewerkte delen. Ronde hals en lange mouwen. Sluiting middenvoor. Het lijfje werd onder de japon gedragen.
Voor de Franse revolutie is het standenverschil duidelijk zichtbaar in de kleding die men draagt. Samen met de standenmaatschappij vervalt de overdadige versiering in de kleding. De strenge lijn van de Empire-periode, geïnspireerd op de Klassieke Oudheid, volgt. Model voor de nieuwe, sluik vallende japonnen met hoge taille, laag uitgesneden hals en korte pofmouwen zijn de antieke Griekse gewaden. Wit is favoriet. De nieuwe japonnen zijn van dunne stoffen als mousseline en batist. Voor het Nederlandse klimaat niet de meest comfortabele dracht. Onder de japonnen wordt een hemd, een onderjurk en een smal, licht korsetje gedragen dat de buste omhoog duwt. Degenen die het aandurven laten het korsetje achterwege. Kasjmier sjaals uit India bieden wat warmte bij deze japonnetjes. Bij deze dracht worden platte satijnen schoentjes met linten om de enkels gedragen. Het haar van de dames is opgestoken en met linten en een diadeem opgesierd. ( Annemarie den Dekker)