De fortepiano is de voorloper van de hedendaagse piano en vleugel. Bij dit instrument worden de snaren aangeslagen door met vilt bekleedde hamertjes. Via een mechaniek zijn deze met de toetsen verbonden. De bespeler kan aldus het volume beïnvloeden, vandaar de naam forte/ piano (hard/ zacht). na omstreeks 1700 te zijn ontwikkeld in Italië, werd de fortepiano in de tweede helft van de achttiende eeuw populair in geheel Europa. De gebroeders Meincke en Pieter Meyer gelden als de belangrijkste fortepianobouwers in Nederland. Vanaf 1779 hadden zij een atelier in Amsterdam. Deze kleine fortepiano - een tagelpiano van vijf octaven - werd door hen omstreeks 1790 gebouwd.