Bij het ‘rijke roomse leven’ van vroeger hoorde ook speelgoed, zoals kinderkazuifels en een altaartje, waarmee de rituelen tijdens de mis werden nagespeeld. Een kazuifel is een priestergewaad dat over een witte albe (een soort jurk met een kanten rand) gedragen wordt. Voor de verschillende feesten tijdens het kerkelijk jaar waren er kazuifels in allerlei kleuren. Kinderen hadden er meestal maar één of twee. Kinderaltaartjes waren van hout gemaakt. De attributen die gebruikt worden bij de mis waren in miniatuurversie te koop, zoals een kelk voor de ‘miswijn’ of een monstrans waarin de hostie of een reliek wordt getoond. Bij dit altaartje hoort ook een hostiedoosje, waarin hosties bewaard werden. Bij het misje spelen werden daar vaak pepermuntjes of schijfjes winterwortel voor gebruikt. Voor het geld dat in de collectiezak ging, dienden snoeppapiertjes. Volwassenen speelden ook een rol in het spel. Zo hielpen ouders, ooms en tantes bij het bouwen van altaartjes en het naaien en borduren van kledingstukken. Als gevolg van de ontkerkelijking zijn er tegenwoordig nog maar weinig Amsterdamse gezinnen waar de kinderen nog ‘misje spelen’. ( Britt-Marie van der Drift)