signatuur linksonder: A. de Lelie. ft
opschrift op plaquette op achterwand van het vertrek: Toen, na een' langen, bangen strijd / Den dag van welvaart helder straalde / Toen wird dit godshuis ingewijd / Opdat ook de armoe adem haalde. / Thans, driemaal vijftig jaar geleen, / Na veele en groote wisselingen / Stilt Brood en Brand hier nog 't geween / Van duizenden elendelinge, / Acht! Dat deez' toevlucht eeuwen duur´ ! / De Vrede de oude welvaart geeve ! / En dat aan 't Y dit Armbestuur / Vereend als nu, dat heil beleeve.
20 December Anno 1799 D.V.B.
: mogelijk is deze "D.V.B.", de maker van het gedicht, dezelfde als bovengenoemde Dirk van Bergen
opschrift op boek in hand van geheel links aan tafel zittende regent: Notulen Resolutien H.Z.H.N.Z. Beginnende Den 11 Febr. 1799
: de afkorting staat voor: Huis Zitten Huis Nieuwe Zijde
opschrift op papier in hand van de staande regent rechts: [wapen van Amsterdam en] Winter - Cedul. - Waarschuwing
opschrift op papier in hand van staande binnenvader links: rijen cijfers
etiket voorheen op achterkant schilderij: 17: etiket van oud perkament
: het etiket bevindt zich nu in het Prentenkabinet
overdracht 1967-08-23
inv.nr. SA 7365 in depot
De regenten zijn rondom een tafel gegroepeerd. Hun attributen, onder meer bestaande uit boeken, brieven, schrijfwaren en de voorzittershamer, vormen een verwijzing naar hun ambt. Behalve de binnenvader en binnenmoeder, beiden op de achtergrond weergegeven, kijken alle geportretteerden de beschouwer aan. De lichaamshoudingen van de regenten, die hier als waardige ambtenaren zijn uitgebeeld, passen geheel binnen het tijdsbeeld van het aan het einde van de achttiende eeuw opkomende klassicisme. Ook de haardracht, sommigen met pruik en anderen zonder, is kenmerkend voor de periode waarin het schilderij ontstond.
Herkomst
Nieuwezijds Huiszittenhuis; Werkhuis, 1873; bruikleen aan Rijksmuseum, 1896-1967
In Amsterdam bestonden er twee Huiszitten-Aalmoezeniers-Huizen, één aan de Nieuwe-Zijds en één aan de Oude-Zijds. Deze charitatieve instellingen hielden zich bezig met de armenzorg in Amsterdam. Op dit schilderij zijn de regenten van het Nieuwe-Zijds-Huiszitten-Aalmoezeniers-Huis weergegeven. Op de achterwand van het vertrek waarin zij zich verzameld hebben, bevindt zich een plaquette met de volgende tekst:
Toen, na een’ langen, bangen strijd / Den dag van welvaart helder straalde / Toen wird dit godshuis ingewijd / Opdat ook de armoe adem haalde. / Thans, driemaal vijftig jaar geleen, / Na veele en groote wisselingen / Stilt Brood en Brand hier nog ’t geween / Van duizenden elendelinge, / Acht! Dat deez’ toevlucht eeuwen duur´ ! / De Vrede de oude welvaart geeve ! / En dat aan ’t Y dit Armbestuur / Vereend als nu, dat heil beleeve.
20 December Anno 1799 D.V.B.
Waarschijnlijk zijn de initialen van de regent Dirk van Bergen. Uit het vers wordt duidelijk dat er anderhalve eeuw was verstreken, sinds in 1649 het Nieuwe-Zijds-Huiszitten-Aalmoezeniers-Huis in gebruik was genomen. Na het afbranden van de Nieuwe Kerk in 1645, waar tot dan toe de uitdelingen plaatsvonden, werd op een erf aan de Prinsengracht het Huiszittenhuis gevestigd. Ter gelegenheid van de opening daarvan in 1649 schilderde Jacob Backer een regentenstuk, dat aldaar aan de oostelijke wand in de zaal achter het portaal kwam te hangen. Precies honderdvijftig jaar na dato, lieten de toenmalige regenten zich opnieuw portretteren, ditmaal door de toen vermaarde schilder Adriaan de Lelie.
Uit de versregels spreekt verder een verlangen naar de vrede en welvaart die Holland rijk was in het midden van de zeventiende eeuw. Het feit dat De Lelie zijn compositie heeft geënt op de hem welbekende schema’s van zijn illustere voorgangers uit de Gouden Eeuw en meer in het bijzonder op het groepsportret van Backer krijgt binnen de geschetste historische context een bijzondere betekenis. Het vormt een direkte verwijzing naar de vurige wens om de voorspoed en de autonomie van de Republiek te doen herleven.
De regenten zijn rondom een tafel gegroepeerd. Hun attributen, onder meer bestaande uit boeken, brieven, schrijfwaren en de voorzittershamer, vormen een verwijzing naar hun ambt. Behalve de binnenvader en binnenmoeder, beiden op de achtergrond weergegeven, kijken alle geportretteerden de beschouwer aan. De lichaamshoudingen van de regenten, die hier als waardige ambtenaren zijn uitgebeeld, passen geheel binnen het tijdsbeeld van het aan het einde van de achttiende eeuw opkomende klassicisme. Ook de haardracht, sommigen met pruik en anderen zonder, is kenmerkend voor de periode waarin het schilderij ontstond.
Dat het doek in positieve zin is opgevallen, blijkt uit het feit dat De Lelie in 1806 de opdracht kreeg om de regenten van het Oude-Zijds-Huiszitten-Aalmoezeniers-Huis te portretteren. Beide voorstellingen behoren tot de laatste regentenstukken die in Amsterdam werden geschilderd. ( Jeroen Jurjens)
Catalogus AHM 1975/'79
Tegen de achterwand een plaquette waarop de volgende tekst: "Aan Regenten van de Huiszitten Aalmoesseniers Armen aan de Nieuwe Zijde der Stad Amsterdam.
Mr. Joh. Ludov Farjon, Dr. Petrus Jac. Noot, Carsten Petersen Jun., David de Myn, Dan. Arbman Danielss, Dirk van Bergen.
Toen, na een' langen, bangen strijd / Den dag van welvaart helder straalde / Toen wierd dit godshuis ingewijd / Opdat ook de armoe adem haalde. / Thans, driemaal vijftig jaar geleen, / Na veele en groote wisselingen / Stilt Brood en Brand hier nog 't geween / Van duizenden elendelingen, / Ach! dat deez' toevlucht eeuwen duur' ! / De Vrede de oude welvaart geeve ! / En dat aan 't Y dit Armbestuur / Vereend als nu, dat heil beleeve.
20 December Ao 1799. D.V.B."
Mogelijk is deze "D.V.B.", de maker van het gedicht, dezelfde als bovengenoemde Dirk van Bergen.
De geheel links aan tafel zittende regent heeft een boek in de hand, op welks rug de volgende tekst: "Notulen Resolutien H.Z.H.N.Z. Beginnende Den 11 Febr. 1799". (De afkorting staat voor: Huis Zitten Huis Nieuwe Zijde.) Op het papier in de hand van de staande regent rechts het wapen van Amsterdam en: "Winter - Cedul. - Waarschuwing". Het papier in de hand van de staande binnenvader links bevat rijen cijfers.
De regenten (in bovengenoemde volgorde) hadden zitting in de volgende jaren: 1796-1804; 1796-1808; 1798-1802; 1798-1802; 1796-1808; 1799-1808 (aantekening in het museum). ( Rob Ruurs)
Tentoonstellingstekst
Amsterdamse armen, die niet terecht kunnen bij een van de christelijke of joodse liefdadigheidsinstellingen komen in een armenhuis van de stad terecht. Het bestuur wordt gevormd door regenten, de dagelijkse leiding is in handen van de binnenmoeders en -vaders. De namen van de geportretteerde regenten zijn te lezen op de naamlijst op de achterwand: het zijn B. de Bosch, J.H. Bus, A.T. Baart en P.J. Jolle.