Tentoonstellingstekst
Componist, organist en klavecinist Jan Pietersz Sweelinck (1562-1621) was van huis uit katholiek. In 1577 was hij al organist van de Oude Kerk. Na de Alteratie gaf hij daar op werkdagen inloopconcerten. Sweelincks improvisaties en virtuoze orgelspel bezorgden hem de bijnaam ‘Orpheus aan de Amstel’. Generaties componisten zijn door hem beïnvloed, onder wie Johann Sebastian Bach. ( Laura van Hasselt)
Gerrit Pietersz Sweelinck was een Amsterdamse schilder van bijbelse en mythologische taferelen en portretten. Hij was leraar van Rembrandts leraar Pieter Lastman. Dit portret stelt zijn broer voor, de indertijd tot ver in Europa beroemde organist en componist Jan Pietersz Sweelinck. De vader van de broers, Jan Sywertsz, was ook al organist van de Oude Kerk in Amsterdam geweest. Na diens dood, in 1580, trad zijn zoon Jan in zijn voetsporen door dezelfde functie te gaan bekleden. Ook na Jans dood bleef het orgel van de Oude Kerk een familieaangelegenheid. Hij werd opgevolgd door zoon Dirk. Jan Pietersz Sweelinck verzorgde op doordeweekse dagen inloopconcerten voor het volk, die erg populair waren. Aan zijn virtuoze
orgelspel dankte hij de bijnaam ‘Orpheus aan de Amstel’, naar de om zijn betoverend mooie zang en lierspel bekende mythologische figuur. Het opschrift .M. IO.Pet./.Swll.Ams.Or. aan de binnenkant van het ovaal refereert aan deze eretitel. Een interessant element in het schilderij is de gebarende hand die uit de (geschilderde) lijst lijkt te steken. Daarmee wordt de diepte in het portret fl ink vergroot en lijkt de geportretteerde zich haast in dezelfde ruimte bevinden als de beschouwer. ( Tom van der Molen)
Catalogustekst
Reeds in 1604 moet de kunstenaarsbiograaf Carel van Mander tot zijn spijt constateren dat Gerrit Pietersz ‘veel den tijdt door moet brenghen met te maken conterfeytselen [portretten], en ander cleen wercken’. Aan deze bijverdiensten hebben we wel een schuttersstuk te danken, waarvoor zelfs Van Mander waardering kon opbrengen [SA 7389]: ‘Daer is van Geerit Pietersz. t’Amsterdam op S. Sebastiaens Doelen dit jaer 1604 gelevert een Rot oft Corporaelschap, waervan Capiteyn is (ick meen) Jan Jansz. Carel, dat van tronien, gelijcken, cleederen, sijden en ander by-werck uytnemende goet werck is, seer aerdigh gheschildert en in soo een heerlijcke gemeen plaets zijn plaets verdienstigh wel weerdigh.’ Het andere, aan Gerrit Pietersz toe te schrijven portret is dat van zijn broer Jan Pieterszn Sweelinck, de enig bekende geschilderde beeltenis van deze illustere Amsterdammer. Sweelinck was organist van de Oude Kerk. Op doordeweekse dagen verzorgde hij inloopconcerten voor het volk, die zeer druk werden bezocht. Zijn improvisaties en virtuoze orgelspel bezorgden hem de bijnaam ‘Orpheus aan de Amstel’. Uit het opschrift binnen de ovaal - ‘.M. IO. Pet. / .Swll. Ams. Or.’ - is af te leiden dat dit epitheton ornans werd gekoesterd. Het motief van de orerende handen die uit de geschilderde lijst lijken te steken, is mogelijk een inventie van de kunstenaar. Na hem zouden vooral Haarlemse schilders zich ervan bedienen. ( Norbert Middelkoop)
Tentoonstellingstekst
Jan Pietersz Sweelinck (1562-1621) was organist van de Oude Kerk. Op doordeweekse dagen verzorgde hij ‘inloopconcerten’, die zeer druk werden bezocht. Zijn improvisaties en virtuoze orgelspel bezorgden Sweelinck de bijnaam ‘Orpheus aan de Amstel’. Als componist is hij van groot belang geweest voor de ontwikkeling van de westerse muziek. Hij had vele leerlingen uit binnen- en buitenland; ook Johann Sebastian Bach is later sterk door zijn composties beïnvloed. Het portret van Jan Pietersz. Sweelinck is vervaardigd door zijn broer Gerrit.