stadskeur onderzijde voetrand (beide): stadskeur Amsterdam met stadswapen Amsterdam
jaarletter onderzijde voetrand (beide): I: jaarletter I
: jaarletter I=1661
meesterteken? onderzijde voetrand (beide): LD: meesterteken met letters L D in monogram in schild
: bron: Voet 1912, nr. 55; Citroen 1975, nr. 649/meesterteken LD= Lucas Draef (ca. 1615 [ca. 1642] - 1679)
opschrift schacht vetvanger (KB 1350): 2/: cijfer 2
toetssteek bovenop nodus voet (KB 1349 1x, KB 1350 6x)/onderzijde voetr
gehalteteken onderzijde voetrand (beide): ZII: gehaltemerk met letters ZII
: gehaltemerk ZII gebruikt sedert 1953
bruikleen 1960-04
inv.nr. KB 1349, KB 1350
Twee ronde kandelaars, elk met gewelfde, zich verjongende voet met nodus, getordeerde stam en komvormige vetvanger. Voet met gedreven, deels geciseleerde voorstelling van twee gevleugelde kinderfiguren en bloemen; stam en vetvanger alleen met bloemen. Op voet: afrikaantje, lis, tuinanemoon, tuinanjer, trompetnarcis, dichtersnarcis en tulp. Op nodus: lis, tuinanemoon, tuinanjer, tulp en goudsbloem. Op stam: afrikaantje, lis, tuinanemoon, tuinanjer, tulp, goudsbloem en korenbloem. Op vetvanger: tuinanemoon, tuinanjer en tulp. Losse vetvanger en kaarsenpin van later datum, evenals op voet gegraveerd helmteken. Sporen van vergulding. Op vetvangers is gegraveerd: 1/ en: 2/.
Herkomst
Verzameling W.J.R. Dreesmann, Amsterdam; veiling Frederik Muller, Amsterdam, 23-3-1960, nr. 121; verzameling A. Staal, Amsterdam; verzameling dr. ... de Bruyn, Rotterdam; kunsthandel Premsela & Hamburger, Amsterdam, 1975; aangekocht door de Stichting Amsterdams Historisch Museum ter gelegenheid van de opening van het Amsterdams Historisch Museum in de gebouwen van het voormalige Burgerweeshuis, 1975
De verschillende onderdelen van de kandelaars zijn gedreven en geciseleerd met gedetailleerde bloemmotieven, waaronder: afrikaantje, lis, tuinanemoon, tuinanjer, trompetnarcis, dichtersnarcis, tulp, goudsbloem en korenbloem. ( Bert Vreeken)
Catalogus zilver AHM 2003
Dit stel kandelaars is een voorbeeld van de bloemstijl die in het derde kwart van de zeventiende eeuw in het Nederlandse zilver opgeld deed. Ze komen veelvuldig op contemporaine geschilderde pronkstillevens voor. (afb. Xa) De oorspronkelijke vlakke vetvangers van deze kandelaars zijn vermoedelijk in de achttiende eeuw vervangen door de huidige komvormige exemplaren. Door de aanzienlijk later toegevoegde kaarsenpinnen lijken de objecten op kerkkandelaars. In de kerk van de H. Franciscus Xaverius te Enkhuizen bevindt zich een verwant stel kandelaars uit 1667 en 1673, vervaardigd door een onbekende Amsterdamse zilversmid met het meesterteken TPL in monogram (Frederiks 1961, p. 70 nr. 150, pl. 162). Het Rijksmuseum te Amsterdam bezit twee exemplaren uit 1689, toegeschreven aan Sigusmundus Zschammer (De Lorm 2001, p. 76 nr. 13). Verwante kandelaars zijn ook uit andere Nederlandse zilversteden bekend (Ter Molen 199, p. 126-127 nr. 36; Van Rijen 2000, p. 77 nr. 14). ( Bert Vreeken)